ECLI:NL:GHLEE:2010:BM6966
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen van 28 december 2007. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en het meermalen buiten het grondgebied van Nederland brengen van hennep. De rechtbank had het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 16.837,50 en de veroordeelde de verplichting opgelegd dit bedrag aan de Staat te betalen.
De veroordeelde heeft tijdig hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de vaststelling van de hoogte van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel en de inhoud van de bewijsmiddelen. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de op te leggen betalingsverplichting te matigen, ondanks het tijdsverloop in hoger beroep. Dit is in tegenstelling tot de strafzaak, waarin het hof eerder de opgelegde straf had gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in deze ontnemingprocedure is overschreden, maar heeft besloten dat dit geen aanleiding geeft om de betalingsverplichting te matigen. De beslissing van het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de veroordeelde is verplicht het geschatte bedrag van € 16.837,50 aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.