ECLI:NL:GHLEE:2010:BM6965
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel na strafzaak deelname criminele organisatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen van 28 december 2007. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en het meermalen buiten het grondgebied van Nederland brengen van hennep. De rechtbank had het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 18.621,50 en de veroordeelde de verplichting opgelegd dit bedrag aan de Staat te betalen. De veroordeelde heeft tijdig hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel zou bevestigen. Het hof heeft in zijn arrest geoordeeld dat er geen aanleiding is om de op te leggen betalingsverplichting te matigen, ondanks het tijdsverloop in hoger beroep. Het hof heeft eerder in de strafzaak de opgelegde straf gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn, maar in de ontnemingprocedure is geen matiging meer aan de orde. Het hof constateert enkel dat de redelijke termijn is overschreden.
Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de vaststelling van de hoogte van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, de inhoud van de bewijsmiddelen en de opgelegde betalingsverplichting. Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier, die niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.