Parketnummer: 24-002822-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-651218-08 en 24-001516-07 (tul)
Arrest van 25 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 5 november 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1979] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
postadres: [postadres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het hem onder 2 en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken en de vordering tot tenuitvoerlegging zal toewijzen. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de inbeslaggenomen auto verbeurd zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover aan hoger beroep onderworpen, ten laste gelegd, dat:
2.
hij op of omstreeks 15 mei 2008, in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat 1] en/of de [straat 2], een motorrijtuig, personenauto, heeft bestuurd;
3.
hij op of omstreeks 15 mei 2008, in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 1] en/of de [straat 2], als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft aanvankelijk betwist dat hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Nadat verdachte zijn verklaring die hij bij de politie had afgelegd en zijn eerdere veroordelingen door het hof ter terechtzitting in hoger beroep waren voorgehouden, heeft hij alsnog erkend hiervan wel op de hoogte te zijn geweest.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
2.
hij op 15 mei 2008 in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat 1] en de [straat 2], een motorrijtuig, personenauto, heeft bestuurd;
3.
hij op 15 mei 2008, in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 1] en de [straat 2], als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 2: overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
onder 3: overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een auto bestuurd terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en terwijl hem de bevoegdheid om een motorrijtuig te besturen was ontzegd. Verdachte wist dat hij niet mocht rijden. Door toch te gaan rijden heeft hij er blijk van gegeven weinig acht te slaan op de in het verkeer geldende regels en de daarmee beoogde bevordering van de veiligheid in het verkeer. Voorts heeft hij zich niets aangetrokken van een onherroepelijke rechterlijke beslissing.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 8 maart 2010 veelvuldig is veroordeeld ter zake van overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994.
Gelet op de ernst van het feit, de recidive van verdachte en de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting - die indicatief zijn voor de straffen die het hof in soortgelijke zaken pleegt op te leggen - acht het hof de door de politierechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend en geboden.
Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte naar voren gebracht dat een gevangenisstraf diep zou ingrijpen in zijn leven. Verdachte heeft een eigen bedrijf met enkele werknemers en als verdachte gedetineerd komt te zitten, kan hij zijn werkzaamheden ten behoeve van dit bedrijf niet verrichten met alle consequenties van dien. Het hof zal rekening houden met deze privéomstandigheden van verdachte en hem een laatste kans geven.
Gelet op het vorenstaande, en met name in acht nemend de aanmerkelijke kans op herhaling van voormelde strafbare gedragingen, zal het hof in zoverre afwijken van de vordering van de advocaat-generaal dat aan verdachte een werkstraf zal worden opgelegd die langer is dan de duur die overeenkomt met de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf van zes weken. Een gevangenisstraf voor de duur van zes weken staat namelijk gelijk aan een werkstraf voor de duur van 84 uren en het hof legt verdachte een werkstraf voor de duur van 120 uren op.
Verbeurdverklaring
De door het hof verbeurd te verklaren auto met bijbehorende kentekenpapieren is daarvoor vatbaar nu de bewezenverklaarde feiten met deze auto zijn begaan. Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de auto met de bijbehorende kentekenpapieren aan verdachte toebehoort. Het hof heeft gelet op de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken.
Tenuitvoerlegging
Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 25 februari 2008 is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld arrest onherroepelijk geworden op 11 maart 2008.
De proeftijd is eveneens ingegaan op 11 maart 2008. De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, aangezien verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu is gebleken dat verdachte de hiervoor bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld arrest gestelde proeftijd, zal het hof - gelet op hetgeen hierboven is overwogen ten aanzien van de hoofdstraf - in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van voormelde straf te geven, een werkstraf voor de duur van 56 uren, subsidiair te vervangen door 28 dagen hechtenis, gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22d, 33, 33a, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het hem onder feit 1 tenlastegelegde;
vernietigt het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast;
verklaart verbeurd:
- een personenauto van het merk Fiat, type Brava 1.6 16V, met het kenteken [kenteken]; - een kentekenbewijs behorende bij de auto met het kenteken [kenteken], bestaande uit deel 1A, 1B en het overschrijvingsbewijs;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 25 februari 2008) een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van zesenvijftig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van achtentwintig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. G.J. Niezink buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.