ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5901

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002570-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
  • H. Heins
  • J.H. Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in oplichtingszaak na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1985 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor oplichting. De politierechter had hem een straf opgelegd, maar de verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de tenlastelegging, die in eerste aanleg was gewijzigd, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De advocaat-generaal heeft in zijn vordering aangegeven dat de verdachte vrijgesproken moest worden van het ten laste gelegde feit. Het hof heeft deze vordering gevolgd en het vonnis van de politierechter vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 29 september 2006 tot en met 4 oktober 2006, via internet een GSM te koop had aangeboden, maar niet beschikte over het aangeboden goed. Hierdoor heeft hij de koper, [slachtoffer], misleid en gedwongen tot afgifte van een geldbedrag van 150 Euro. Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor oplichting, en heeft hem daarom vrijgesproken van de tenlastelegging. De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Nijhuis.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002570-07
Parketnummer eerste aanleg: 19-605182-07
Arrest van 26 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 5 oktober 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door mr. B.J. de Haan, advocaat te Apeldoorn.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte vrij zal spreken van het ten laste gelegde.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
De tenlastelegging is in eerste aanleg gewijzigd. De wijzing is in onderstaande tenlastelegging opgenomen.
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 29 september 2006 tot en met 4 oktober 2006 te [plaats 1], althans te [plaats 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, een persoon, te weten [slachtoffer], heeft bewogen tot afgifte van een geldbedrag (150 Euro) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een en ander hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijke weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, via het internet een goed, te weten een GSM (Samsung D type 900), te koop heeft aangeboden en toen die persoon aangaf dat goed te willen kopen, die persoon heeft gevraagd een (aan)betaling voor dat goed te doen, te weten een betaling onder rembours aan de postbode, en/of zich in ieder geval tegenover die persoon heeft voorgedaan als bonafide verkoper van dat goed, waardoor die persoon werd gedwongen tot vorenomschreven afgifte, zulks terwijl verdachte niet beschikte en/of niet kon beschikken over dat door die persoon gewenste goed.
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter, mr. H. Heins en mr. J.H. Bosch, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.
-