ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4627
Gerechtshof Leeuwarden
- Cassatie
- S. Zwerwer
- K. Lahuis
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van wederrechtelijke toe-eigening van gereedschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en veroordeeld voor een subsidiair misdrijf. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dat het hof de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een werkstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had toen hij het gereedschap van de aangever meenam naar zijn woning.
Het hof heeft de tenlastelegging gewijzigd op verzoek van de advocaat-generaal, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het wegnemen van in een zeecontainer opgeslagen gereedschappen en het zich wederrechtelijk toe-eigenen van gereedschappen die hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking als uitzendkracht onder zich had. Na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof geconcludeerd dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het waarborgen van de rechtsbescherming van de verdachte.