ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4627

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
18 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002719-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van wederrechtelijke toe-eigening van gereedschap

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en veroordeeld voor een subsidiair misdrijf. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dat het hof de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een werkstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had toen hij het gereedschap van de aangever meenam naar zijn woning.

Het hof heeft de tenlastelegging gewijzigd op verzoek van de advocaat-generaal, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het wegnemen van in een zeecontainer opgeslagen gereedschappen en het zich wederrechtelijk toe-eigenen van gereedschappen die hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking als uitzendkracht onder zich had. Na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof geconcludeerd dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het waarborgen van de rechtsbescherming van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002719-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-755005-08
Arrest van 18 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 7 november 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. T.H. Pasma, advocaat te Harlingen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het hierboven genoemde vonnis vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en hem ter zake van het subsidiair bewezen verklaarde misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde zoals ter zitting in hoger beroep gewijzigd bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Het hof heeft ter terechtzitting toegelaten dat de tenlastelegging wordt gewijzigd overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal. Als gevolg van deze wijziging is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2008 tot en met 26 mei 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in een zeecontainer opgeslagen gereedschappen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een onbevoegd gebruikte, derhalve valse, sleutel;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan de verdachte
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2008 tot en met 26 mei 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk in een zeecontainer opgeslagen gereedschappen, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als uitzendkracht, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toege?igend;
2.
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2008 tot en met 26 mei 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk in een auto opgeslagen gereedschappen, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als uitzendkracht, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toege?igend;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan de verdachte
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2008 tot en met 26 mei 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in een auto opgeslagen gereedschappen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vrijspraak
Het hof acht op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had toen hij het gereedschap van aangever mee nam naar zijn woning.
Het hof zal verdachte derhalve vrij spreken van het hem onder 1. primair en subsidiair en het hem onder 2. primair en subsidiair ten laste gelegde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. primair en subsidiair en onder 2. primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Lahuis en mr. Wiarda beiden voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.