ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4293

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001646-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor handelen in cocaïne en heroïne met recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1985 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, is beschuldigd van het opzettelijk handelen in cocaïne en heroïne in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte verklaard dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep voor het tweede ten laste gelegde feit, omdat er geen bezwaren zijn ingediend tegen de nietigverklaring van de dagvaarding in eerste aanleg.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het eerste ten laste gelegde feit, het handelen in cocaïne en heroïne, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden. Daarnaast heeft het hof beslist over de in beslag genomen goederen, waaronder een telefoon en een geldbedrag, die verbeurd zijn verklaard. Het hof heeft ook bepaald dat andere in beslag genomen goederen aan de verdachte worden teruggegeven.

Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en het strafrechtelijk verleden van de verdachte, die eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Het hof heeft geconcludeerd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, gezien de recidive en de impact van de gepleegde feiten op de volksgezondheid. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan hoger beroep was onderworpen en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezen verklaarde feit is gekwalificeerd als een misdrijf.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001646-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-810047-08
Arrest van 12 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 10 juni 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. drs. R. Bosma, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens de onder 1 ten laste gelegde misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de in beslag genomen voorwerpen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep ter zake van het ten laste gelegde onder 2
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven geen bezwaren naar voren te willen brengen tegen de nietigverklaring in eerste aanleg van de dagvaarding ter zake van het ten laste gelegde onder 2. Uit de opgave van bezwaren blijkt dat deze niet gericht zijn tegen de beslissing ter zake van feit 2. Derhalve zal het hof - conform de vordering van de advocaat-generaal - toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416 tweede lid van het Wetboek van Strafvordering. Het hof zal verdachte in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn ingestelde hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde onder 1 zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft zij gevorderd dat de in beslag genomen goederen, te weten een telefoon van het merk Samsung (06-48475172) en een geldbedrag ter waarde van € 135,- verbeurd zullen worden verklaard en dat de in beslag genomen bolletjes cocaïne en heroïne, alsmede het gripzakje met een poederachtige substantie en een bolletje met een bepaalde substantie zullen worden onttrokken aan het verkeer. Ter zake van de overige goederen heeft zij gevorderd dat deze worden teruggegeven aan verdachte.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis voor zover aan hoger beroep onderworpen vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd - voor zover in hoger beroep van belang - dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008 te [plaats], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008 te [plaats] telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Feit 1: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 februari 2008 schuldig gemaakt aan het handelen in cocaïne en heroïne. Door zijn handelen heeft verdachte het gebruik van cocaïne en heroïne, stoffen die schadelijk zijn voor de volksgezondheid, bevorderd en de gezondheid van de gebruikers in gevaar gebracht.
Het hof houdt rekening met een verdachte betreffend Uittreksel Justiti?le Documentatie van 4 februari 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Aan hem is toen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd.
Het hof heeft kennis genomen van een voorlichtingsrapport, opgesteld door de afdeling reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland op 28 februari 2008. Daaruit blijkt dat verdachte in die tijd alcohol, softdrugs en heroïne gebruikte.
Het hof is van oordeel dat, gelet op de ernst en de aard van de gepleegde feiten er niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming meebrengt. Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat - mede gezien verdachtes strafrechtelijke verleden - thans een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden is.
Verbeurdverklaring
Het hof zal de in beslag genomen telefoon van het merk Samsung met het telefoonnummer 06-48475172 alsmede het geldbedrag van € 135,- verbeurd verklaren. Met behulp van deze Samsung zijn de strafbare feiten begaan. Het hof gaat ervan uit dat dit geldbedrag, mede gelet op de kleine coupures waarin dit bij verdachte werd aangetroffen, door middel van de strafbare feiten is verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
Het hof zal de in beslag genomen bolletjes cocaïne en heroïne, alsmede het gripzakje met een poederachtige substantie en een bolletje met een bepaalde substantie onttrekken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Teruggave
Onder de verdachte zijn tevens de volgende goederen in beslag genomen, een portemonnee met geldbedrag van 36,70 euro, plastic zak met 258 gram bruinkleurig poeder, drie stuks administratie, agenda, sigarenkoker, 1 stuks administratie (lijst geschreven nummers), plastic boterhamzakjes, digitale camera, telefoon (merk onbekend), adapter, adapter, boekje voorwaarden, telefoon (merk Sagem), telefoon (merk Nokia), telefoon (merk Siemens), telefoon (merk Nokia), telefoon (merk Nokia), losse frontjes van mobiele telefoon, batterij van een mobiele telefoon, adapter, telefoonkaart, horloge, telefoon (merk Nokia), geld (2,50 gulden en 5 Duitse Marken), diverse papiertjes met aantekeningen met daarop telefoonnummers en twee sleutels. Het hof zal daarvan de teruggave aan verdachte gelasten, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing in eerste aanleg ter zake van het ten laste gelegde onder 2;
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde onder 1 bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van negen maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd:
telefoon (samsung) (06-48475172);
geldbedrag van € 135,-;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
23 bolletjes cocaïne;
27 bolletjes heroïne;
een bolletje met een bepaalde substantie;
plastic gripzakje met poederachtige substantie;
gelast de teruggave aan verdachte van:
portemonnee met geldbedrag van 36,70 euro;
plastic zak met 258 gram bruinkleurig poeder;
drie stuks administratie;
agenda;
sigarenkoker;
1 stuks administratie (lijst geschreven nummers);
plastic boterhamzakjes;
digitale camera;
telefoon (merk onbekend);
adapter;
adapter;
boekje voorwaarden;
telefoon (merk Sagem);
telefoon (merk Nokia);
telefoon (merk Siemens);
telefoon (merk Nokia);
telefoon (merk Nokia);
losse frontjes van mobiele telefoon;
batterij van een mobiele telefoon;
adapter;
telefoonkaart;
horloge;
telefoon (merk Nokia);
geld (2,50 gulden en 5 Duitse Marken);
diverse papiertjes met aantekeningen met daarop telefoonnummers;
twee sleutels.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier, zijnde mr. G.N. Roes buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.