ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4102

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
10 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002938-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens meerdere inbraken en diefstal met recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte is veroordeeld voor vier inbraken, diefstal en opzetheling, waarbij recidive als strafverzwarende omstandigheid is meegewogen. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 7 maanden opgelegd. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte vrij te spreken van een van de feiten afgewezen en heeft de verdachte schuldig bevonden aan de overige feiten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van goederen uit een sportkantine, een bestelauto, sterke drank en een vrachtauto, waarbij hij zich toegang heeft verschaft door middel van braak. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard en de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen gelast. De verdachte is in de gevangenis geplaatst in PI Noord te Leeuwarden en heeft zijn straf ondergaan. Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte, en heeft aansluiting gezocht bij landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002938-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-880261-09, 17-744006-07 (tul) en 17-745197-07 (tul)
Arrest van 10 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 3 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.Th. van Jaarsveld, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft maatregelen opgelegd en heeft een beslissing genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen. Voorts heeft de rechtbank op twee vorderingen tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal vrijspreken van feit 2 primair en ten aanzien van feit 1, 2 subsidiair, 3 en 4 zal veroordelen tot een gevangenisstraf van elf maanden. Voorts heeft hij gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen zal toewijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de vorderingen tot tenuitvoerlegging eveneens zal toewijzen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - zoals in eerste aanleg door de officier van justitie aangevuld en door de rechtbank toegewezen - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 juni 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportkantine (gelegen aan of bij de [straat 1] aldaar) heeft weggenomen een (aantal) krat(ten) bier (Amstel en/of Hertog Jan) en/of een hoeveelheid energiedrank en/of een fles jenever en/of een mengpaneel en/of een doos frikadellen en/of een hoeveelheid candybars, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan sportcomplex [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,verbreking en/of inklimming, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (bestel/vracht)auto (Fiat Ducato met opschrift "Fixet"), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een (bestel/vracht)auto (Fiat Ducato, met opschrift "Fixet") heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3a.
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een keet (gelegen aan of bij de [straat 2] aldaar) heeft weggenomen een hoeveelheid (sterke) drank, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
en/of
3b.
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een berging (gelegen aan of bij de [straat 2] aldaar) heeft weggenomen een hoeveelheid bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
4.
hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtauto (Mercedes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof heeft de tenlastelegging ten aanzien van feit 3 omwille van de leesbaarheid gesplitst.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 2 primair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3a, 3b en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 6 juni 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportkantine (gelegen aan of bij de [straat 1]) heeft weggenomen kratten bier (Amstel en Hertog Jan) en energiedrank en een fles jenever en een mengpaneel en een doos frikadellen en candybars, toebehorende aan anderen dan aan verdachte of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2.
hij in de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], een (bestel/vracht)auto (Fiat Ducato, met opschrift "Fixet") voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3a.
hij in de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een keet (gelegen aan of bij de [straat 2] aldaar) heeft weggenomen een hoeveelheid sterke drank, toebehorende aan [bedrijf 1], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
en
3b.
hij in de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een berging (gelegen aan of bij de [straat 2] aldaar) heeft weggenomen een hoeveelheid bier, toebehorende aan anderen dan aan verdachte of zijn mededader, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
4.
hij in de periode van 7 maart 2009 tot en met 8 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtauto (Mercedes), toebehorende aan [bedrijf 1], zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 subsidiair, 3a, 3b en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1.
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2.
opzetheling, terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3a.
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3b.
diefstal, door twee of meer verenigde personen, terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
4.
diefstal, door twee of meer verenigde personen, terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met (een) ander(en) schuldig gemaakt aan vier inbraken, een diefstal van een vrachtauto en opzetheling van een (bestel/vracht)auto. Dit zijn ergerlijke vormen van criminaliteit die voor de betrokkenen veel hinder en/of schade opleveren. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaren van de gestolen goederen. Tijdens het plegen van deze delicten waren nog geen vijf jaren verlopen sinds een veroordeling van verdachte wegens een soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde was gegaan.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 maart 2010 - meermalen is veroordeeld wegens soortgelijke feiten, onder meer tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. De op te leggen straf is korter dan de gevangenisstraf die door rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd. Het hof heeft bij de op te leggen straf aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten. Daarbij heeft het hof - evenals de rechtbank en de advocaat-generaal - rekening gehouden met de bewezen verklaarde strafverzwarende omstandigheden. Nu de op te leggen gevangenisstraf niet van langere duur is dan de reeds door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd, zal het hof het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden opheffen en diens onmiddellijke invrijheidstelling bevelen.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Ingevolge het bepaalde in artikel 51e, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij, die zich in het geding over de strafzaak heeft gevoegd, zich doen vertegenwoordigen onder meer door een daartoe bij bijzondere volmacht door haar schriftelijk gemachtigde. Nu niet is gebleken dat [naam] - zonder de andere bestuurders - bevoegd was om namens de benadeelde partij zichzelf te machtigen om de benadeelde partij te vertegenwoordigen, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof is van oordeel, dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Tenuitvoerlegging (parketnummer 17-744006-07)
Bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden d.d. 30 juli 2007, is veroordeelde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 30 juli 2007. De proeftijd is ingegaan op 14 augustus 2007. De officier van justitie heeft op 27 augustus 2009 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde de hiervoor bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de vordering tenuitvoerlegging toewijzen.
Tenuitvoerlegging (parketnummer 17-745197-07)
Bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden d.d. 4 februari 2008, is veroordeelde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 19 februari 2008. De proeftijd is ingegaan op 19 februari 2008. De officier van justitie heeft op 27 augustus 2009 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde de hiervoor bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de vordering tenuitvoerlegging toewijzen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 43a, 47, 57, 63, 310, 311, en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1, 2 subsidiair, 3a, 3b en 4 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 subsidiair, 3a, 3b en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 30 juli 2007 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 4 februari 2008 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden;
beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. J.J. Beswerda en mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.