ECLI:NL:GHLEE:2010:BM3302

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000713-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het besturen van een auto met ongeldig rijbewijs en tenuitvoerlegging van eerdere straffen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd veroordeeld voor het besturen van een personenauto terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De politierechter had eerder een werkstraf opgelegd, maar het hof heeft deze beslissing herzien. De verdachte, geboren in 1965 en woonachtig in [woonplaats], had eerder voorwaardelijke straffen opgelegd gekregen, die nu tenuitvoergelegd werden. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van vier weken, maar het hof oordeelde dat de dagvaarding in eerste aanleg nietig had moeten worden verklaard. Het hof besloot de zaak zelf af te doen en legde een werkstraf van 60 uren op, in plaats van een gevangenisstraf, omdat de verdachte sinds eind 2009 zijn leven weer op de rails had gekregen. Het hof hield rekening met de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte, zoals het aflossen van schulden en het vermijden van drugs en alcohol. De uitspraak omvatte ook de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen, waarbij de gevangenisstraf werd omgezet in taakstraffen. Het hof heeft de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straffen gelast, waarbij de verdachte de mogelijkheid kreeg om zijn vertrouwen te herwinnen door onbetaalde arbeid te verrichten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000713-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-755483-08 (17-747041-07 TUL, 07-550853-05 TUL, 17-712508-07 TUL)
Arrest van 29 april 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 24 november 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Bruinsma, advocaat te Lemmer.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op drie vorderingen tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 4 weken en dat het hof de tenuitvoerlegging zal gelasten van de in de zaken met parketnummers 17-747041-07, 07-550853-05 en 17-712508-07 opgelegde voorwaardelijke straffen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat de dagvaarding in eerste aanleg nietig had behoren te worden verklaard nu niet getracht is deze dagvaarding te betekenen op het adres dat verdachte bij zijn verhoor bij de politie als zijn adres heeft opgegeven. Nu zowel de verdachte als de advocaat-generaal ter terechtzitting van het hof hebben verklaard niet te verlangen dat de zaak naar de politierechter van de rechtbank Leeuwarden wordt teruggewezen, zal het hof - op grond van het bepaalde in artikel 422a van het Wetboek van Strafvordering - de zaak zelf afdoen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw recht doen, omdat het tot andere beslissingen komt dan de rechter in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 20 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 20 maart 2008 te [plaats], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 20 maart 2008 schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994 door een personenauto te besturen, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Verdachte heeft daarmee een tegen hem genomen administratieve maatregel, welke in het leven is geroepen om de verkeersveiligheid te beschermen, genegeerd.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 januari 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten.
Ter terechtzitting van het hof is door de verdachte en zijn raadsman naar voren gebracht dat verdachte sinds eind 2009 - in tegenstelling tot de periode daarvoor - zijn leven weer behoorlijk op de rails heeft. Hij heeft een woning, gebruikt geen drugs of drank meer, is bezig om het aflossen van zijn schulden te regelen in samenwerking met de Gemeentelijke Krediet Bank en heeft een relatie. De raadsman heeft van de reclassering vernomen dat verdachte de laatste werkstraffen prima heeft verricht. Een gevangenisstraf zou voor verdachte de route op de goede weg blokkeren, aldus de raadsman.
De recidive en de ernst van het feit maken dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in principe een passende sanctie is. Echter, gelet op het feit dat verdachte een positieve wending aan zijn leven lijkt te hebben gegeven zal het hof thans geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, maar een werkstraf van na te melden duur. Deze strafmodaliteit maakt het verdachte mogelijk te tonen - door ver te blijven van nieuwe justitiecontacten - dat hij het hem in dit arrest geschonken vertrouwen waard is.
Tenuitvoerlegging
parketnummer 17-747041-07
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Leeuwarden d.d. 29 augustus 2007, is veroordeelde veroordeeld tot - onder meer - gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 2 november 2007. De proeftijd is ingegaan op 2 november 2007. De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, om reden, dat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Verdachte heeft het hiervoor bewezenverklaarde feit begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd.
Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel, dat in beginsel de tenuitvoerlegging kan worden gelast van voormelde vrijheidsstraf. Het hof zal echter in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van voormelde vrijheidsstraf, mede gelet op hetgeen bij de strafmotivering is overwogen, het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte gelasten voor het aantal uren als na te melden.
parketnummer 17-712508-07
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Leeuwarden d.d. 18 februari 2008, is veroordeelde veroordeeld tot - onder meer - gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 4 maart 2008. De proeftijd is ingegaan op 4 maart 2008. De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, om reden, dat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Verdachte heeft het hiervoor bewezenverklaarde feit begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd.
Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel, dat in beginsel de tenuitvoerlegging kan worden gelast van voormelde vrijheidsstraf. Het hof zal echter in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van voormelde vrijheidsstraf, mede gelet op hetgeen bij de strafmotivering is overwogen, het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte gelasten voor het aantal uren als na te melden.
parketnummer 07-550853-05
Bij vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle - Lelystad d.d. 7 november 2006, is veroordeelde veroordeeld tot - onder meer - een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 13 februari 2007. De proeftijd is ingegaan op 13 februari 2007. De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, om reden, dat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Verdachte heeft het hiervoor bewezenverklaarde feit begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd.
Het hof zal op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde bijkomende straf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 29 augustus 2007, parketnummer 17-747041-07) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 18 februari 2008, parketnummer 17-712508-07) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle - Lelystad d.d. 7 november 2006 voorwaardelijk opgelegde straf (parketnummer 07-550853-05), te weten:
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van zes maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. W.P.M. ter Berg en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.