ECLI:NL:GHLEE:2010:BM3054
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- J. Hielkema
- E. Pennink
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van bewijs op grond van Salduz-jurisprudentie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982 en wonende in [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door haar raadsman, mr. P.Th. van Jaarsveld. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld en dit tijdig aan de verdachte betekend. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 28 uren, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis.
De tenlastelegging betrof de diefstal van een bromfiets op of omstreeks 23 december 2008 in [plaats 1]. De raadsman voerde aan dat de verdachte voorafgaand aan haar verhoren bij de politie niet was gewezen op haar recht op bijstand van een advocaat, waardoor zij dit recht niet heeft kunnen effectueren. Dit beroep op de Salduz-jurisprudentie leidde tot de conclusie dat de verklaringen van de verdachte bij de politie uitgesloten moesten worden van het bewijs.
Het hof oordeelde dat de verklaring van de medeverdachte ook uitgesloten moest worden, omdat deze verklaring het rechtstreekse gevolg was van de onbruikbare verklaring van de verdachte. Gezien het ontbreken van voldoende wettig bewijs, sprak het hof de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit en wees de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf af. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht in de zaak.