ECLI:NL:GHLEE:2010:BM1811
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K. Lahuis
- O. Anjewierden
- F.W.J. den Ottolander
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het dealen en aanwezig hebben van cocaïne met voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1974 en thans verblijvende in PI Noord, werd beschuldigd van het dealen van cocaïne en het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid cocaïne. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een gevangenisstraf van zes maanden geëist, met aftrek van het voorarrest.
Het hof oordeelde dat de verbalisanten gerechtigd waren om de fiets van de verdachte te onderzoeken, omdat zij redelijkerwijs konden vermoeden dat hij zich schuldig maakte aan overtredingen van de Opiumwet. De verdachte had eerder al veroordelingen voor soortgelijke misdrijven, wat de ernst van de zaak vergrootte. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd, omdat er geen proces-verbaal van de eerste aanleg was, waardoor het hof niet kon beoordelen of het onderzoek daar correct was uitgevoerd.
Uiteindelijk heeft het hof de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen en het rapport van de reclassering. De uitspraak benadrukt de noodzaak van strenge handhaving van de Opiumwet en de gevolgen van drugshandel voor de volksgezondheid.