ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7566
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K. Lahuis
- G.M. Meijer-Campfens
- H.K. Elzinga
- Rechtspraak.nl
Belediging en wederrechtelijk binnendringen in een erf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1956, was eerder veroordeeld voor misdrijven en heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de politierechter. De verdachte werd beschuldigd van belediging en wederrechtelijk binnendringen in een erf. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opzettelijk beledigen van een medewerkster van een verzorgingshuis en het wederrechtelijk binnendringen in het erf van dat verzorgingshuis op 23 mei 2008.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een geldboete van €650,- geëist, maar het hof heeft besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft de medewerkster beledigd in het bijzijn van bewoners en personeel, wat heeft geleid tot overlast en gebrek aan respect.
Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft besloten om een voorwaardelijke geldboete van €250,- op te leggen, met de bepaling dat vervangende hechtenis kan worden toegepast indien de boete niet wordt betaald. Het hof heeft ook bepaald dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich binnen een proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.