ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7471
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep van verdachte in strafzaak met betrekking tot diefstal en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder diefstal van een tractor en valsheid in geschrift. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw van de verdachte verklaard dat zij de verdachte ter terechtzitting verdedigde. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van het ten laste gelegde onder 1 primair, maar bewezen zou verklaren wat onder 1 subsidiair en 2 primair was ten laste gelegd, en heeft een gevangenisstraf geëist.
Het hof heeft de tenlastelegging herzien en vastgesteld dat de verdachte op 21 mei 2008 in Nederland betrokken was bij de verwerving van een tractor, maar niet kon worden bewezen dat hij wist dat deze gestolen was. De verdachte had verklaard dat hij de tractor alleen had opgehaald op verzoek van de bestuurder. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de diefstal, en sprak hem vrij van de tenlasteleggingen onder 1 primair en subsidiair.
Wat betreft de valsheid in geschrift, bleek uit de verklaring van een medeverdachte dat deze de vrijwaringsbewijzen had ingevuld en aan de verkopers had verstrekt, waarbij de verdachte aanwezig was. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, en sprak de verdachte ook vrij van de tenlasteleggingen onder 2 primair en subsidiair.
Het hof heeft daarnaast beslist dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder vrijwaringsbewijzen en kentekenplaten, onttrokken aan het verkeer kunnen worden verklaard, omdat deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De verdachte kreeg de teruggave van enkele in beslag genomen goederen, waaronder autosleutels en een kentekenbewijs, omdat het belang van strafvordering zich daar niet tegen verzette.