ECLI:NL:GHLEE:2010:BL6914

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001640-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal van een fiets te Heerenveen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor diefstal. De verdachte, geboren in 1974 en woonachtig in [woonplaats], is beschuldigd van het stelen van een fiets op 24 december 2008 in Heerenveen. De politierechter in de rechtbank Leeuwarden had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een week, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde opname in een verslavingskliniek.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd en kwalificeerde dit als een misdrijf. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten.

De reclasseringswerker heeft verklaard dat de verdachte goed functioneert in de verslavingskliniek en dat detentie op dat moment ongelegen zou komen. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week op te leggen, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001640-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-014040-09
Arrest van 9 maart 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 juni 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. E.M. Bakx, advocaat te Heerenveen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een week met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde opname in verslavingskliniek Hoog Hullen te Eelde gedurende de proeftijd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 24 december 2008, te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval een goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 24 december 2008, te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 24 december 2008 te Heerenveen schuldig gemaakt aan diefstal van een fiets. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de rechthebbende.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 18 januari 2010 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ter terechtzitting van het hof heeft B. Haarsma, reclasseringswerker bij Verslavingszorg Noord-Nederland, verklaard dat verdachte sinds enkele maanden voor behandeling is opgenomen in verslavingskliniek Hoog Hullen te Eelde. Verdachte doet het daar goed en men is tevreden over zijn inzet. Haarsma heeft verklaard dat detentie op dit moment ongelegen zou komen.
Gelet op hetgeen Haarsma ter terechtzitting naar voren heeft gebracht en gelet op de gemotiveerde indruk voor (verdere) behandeling die verdachte ter terechtzitting van het hof heeft gewekt, is het hof met de advocaat-generaal en de raadsvrouw van oordeel dat aan verdachte thans geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd.
Oplegging van een bijzondere voorwaarde acht het hof niet noodzakelijk in verband met de strafoplegging in een andere zaak tegen verdachte met parketnummer 24-002083-09, welke gelijktijdig met de behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden.
Het hof acht onder de gegeven omstandigheden een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van één week;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier, zijnde mr. G.J. Niezink buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.