ECLI:NL:GHLEE:2010:BL6359
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Hielkema
- H.M.E. Lam?ris-Tebbenhoff Rijnenberg
- M. Lolkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijke mishandeling met verwerping van noodweer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1946, werd beschuldigd van opzettelijke mishandeling van de aangever, [benadeelde], op 2 maart 2007. De verdachte had tijdens een confrontatie met de aangever, na een verkeersincident, deze in het gezicht geslagen. De verdachte voerde als verweer aan dat hij handelde uit noodweer, omdat hij plotseling door de aangever was aangevallen. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat er geen sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door de aangever.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 250,00, subsidiair 5 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een vergelijkbare straf geëist, maar het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de mishandeling en handhaafde de geldboete, maar verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de gevorderde schade niet rechtstreeks voortvloeide uit de bewezen verklaarde mishandeling.
Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De uitspraak van het hof benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden in zaken van mishandeling, evenals de rol van noodweer als verweer.