ECLI:NL:GHLEE:2010:BL6328

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
2 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001201-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verkrachting en veroordeling voor diefstal met braak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging van verkrachting, omdat het hof niet de overtuiging had dat de verdachte het slachtoffer door geweld of bedreiging had gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank had eerder de verdachte veroordeeld voor deze zaak, maar het hof oordeelde dat de feiten niet voldoende bewezen konden worden.

De verdachte werd echter wel veroordeeld voor diefstal met braak. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 26 november 2007 samen met een ander een geldkist met inhoud had weggenomen uit een hotel. Dit gebeurde door middel van braak, waarbij de verdachte en zijn mededader zich toegang tot het hotel verschaften. De verdachte kreeg een werkstraf van 70 uren opgelegd, met als alternatief 35 dagen hechtenis als hij de werkstraf niet naar behoren zou verrichten.

Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De uitspraak van het hof vernietigde het eerdere vonnis voor zover dat aan hoger beroep was onderworpen, en deed in zoverre opnieuw recht.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001201-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-880172-08
Arrest van 2 maart 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 28 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
volgens opgave van verdachte ter zitting wonende te [woonplaats],
[adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L. Hoekstra, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op de vordering van de benadeelde partij beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 1 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 2 en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en voorts reclasseringstoezicht - ook als dat inhoudt een behandeling bij De Waag en het volgen van een Training Cognitieve Vaardigheden - als bijzondere voorwaarde.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover in hoger beroep van belang - ten laste gelegd, dat:
2.
hij op of omstreeks 09 september 2007, te [plaats] (althans) in de gemeente [gemeente], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een persoon genaamd [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (onder meer)
- zulks terwijl die [slachtoffer 1] reeds eerder die avond meermalen aan hem, verdachte, te kennen had gegeven dat ze geen sexuele betrekkingen met hem, verdachte, wilde hebben -
die [slachtoffer 1] uit de kroeg naar buiten heeft getrokken en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] (stevig) aan haar arm heeft vastgehouden en/of heeft meegevoerd naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of (aldus) door zijn brutale handelwijze die [slachtoffer 1] heeft overdonderd en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] de naast haar woning gelegen steeg in heeft geduwd en/of (vervolgens) in de steeg zodanig hard tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] aan heeft geduwd dat zij omviel en op de grond terecht kwam en/of (vervolgens) (deels) bovenop het lichaam van die [slachtoffer 1] is gaan liggen en/of de broek van die [slachtoffer 1] los heeft gemaakt en/of (met kracht) de benen van die [slachtoffer 1] (die inmiddels al en/of wederom (meermalen) aan verdachte had gezegd dat zij niets wilde) uit elkaar heeft geduwd en/of het verzet van die tegenstribbelende [slachtoffer 1] (die verdachte van haar af probeerde te duwen) heeft gebroken en/of (aldus) door zijn kennelijke bedoelingen en/of met gebruikmaking van zijn fysieke en/of psychische overwicht op die [slachtoffer 1] een situatie voor die [slachtoffer 1] heeft gecreëerd waarin zij zich niet, althans onvoldoende, kon onttrekken aan en/of verzetten tegen voornoemde sexuele handelingen en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
3.
hij op of omstreeks 26 november 2007, te [plaats] (althans) in de gemeent [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit [slachtoffer 2] en/of het [slachtoffer 3] heeft weggenomen (onder meer) een geldkist (met inhoud) en/of een flatscreen televisie en/of een hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 26 november 2007, te [plaats] (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een hoeveelheid geld heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde hoeveelheid geld wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vrijspraak
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat verdachte [slachtoffer 1] door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1].
Het hof zal verdachte dan ook vrijspreken van het hem onder 2 ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
3.
hij op 26 november 2007, te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit [slachtoffer 2] heeft weggenomen een geldkist met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
3. primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 26 november 2007 te [plaats] samen met een ander ingebroken in [slachtoffer 2]. Zij hebben uit dit hotel een geldkist met inhoud weggenomen. Door dit gezamenlijk handelen hebben verdachte en zijn mededader inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van dit hotel.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel uit de Justiti?le Documentatie d.d. 27 november 2009 blijkt, dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande zal het hof aan verdachte een werkstraf opleggen voor de duur van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 3 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zeventig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfendertig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. H.M.E. Lam?ris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van A.L.H. Wilkens als griffier, zijnde mr. M. Lolkema buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
-