Parketnummer: 24-000415-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-682028-08
Arrest van 2 maart 2010 van het gerechtshof Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 5 februari 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
beweerdelijk geboren op [1994] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.A. Veenstra, advocaat te Joure.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, een maatregel opgelegd en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot 282 dagen jeugddetentie waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van de gezinsvoogd. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 160 uren, te vervangen door 80 dagen vervangende jeugddetentie. Ten slotte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van
€ 2.349,90, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 5 mei 2008 te [plaats 1], (in elk geval) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan of bij de [straat] aldaar) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een bankpas (en bijbehorende pincode), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
of
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bankpas (en bijbehorende pincode), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, tezamen met zijn mededader(s), althans alleen, een mes ter hand heeft genomen en/of dit mes aan die [benadeelde] heeft getoond en/of dat mes op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde] heeft gehouden en/of dat mes op de keel van die [benadeelde] heeft gedrukt, althans tegen de keel van die [benadeelde] heeft gehouden en/of een hand op de mond van die [benadeelde] heeft gedrukt en/of (vervolgens) een t-shirt om de mond, althans het hoofd, van die [benadeelde] heeft geknoopt en/of de voeten/enkels van die [benadeelde] (met veters) heeft gekneveld en/of (eveneens) de armen/polsen van die [benadeelde] (op de rug) heeft vastgebonden, en/of tevens (daarbij) meermalen de woorden heeft toegevoegd (zakelijk weergegeven):
"We moeten je medewerking, dan gebeurt er niks. We hebben 1000 euro nodig en we willen je pincode" en/of "Als het niet waar is dan maken we je af", en/of /althans die [benadeelde] dreigend heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat hij moest vertellen wat de (bij de bankpas behorende) pincode was;
2.
hij op of omstreeks 5 mei 2008 te [plaats 2] en/of te [plaats 3], (in elk geval) in de provincie(s) Friesland en/of Groningen, meermalen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (telkens) (een) (hoeveelhe[i]d[en]) (giraal) geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) die/dat weg te nemen [hoeveelhe(i)d(en)] (giraal) geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 5 mei 2008 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan de [straat] aldaar) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bankpas toebehorende aan [benadeelde], welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die voornoemde [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden, dat hij, verdachte, tezamen met zijn mededaders, een mes ter hand heeft genomen en dit mes aan die [benadeelde] heeft getoond en dat mes op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde] heeft gehouden en een hand op de mond van die [benadeelde] heeft gedrukt en een t-shirt om het hoofd van die [benadeelde] heeft geknoopt en de voeten van die [benadeelde] heeft gekneveld en de armen/polsen van die [benadeelde] op de rug heeft vastgebonden en daarbij de woorden heeft toegevoegd: "We moeten je medewerking, dan gebeurt er niks. We hebben 1000 euro nodig en we willen je pincode" en "Als het niet waar is dan maken we je af";
2.
hij op 5 mei 2008 te [plaats 2] en / of te [plaats 3], meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen telkens een hoeveelheid giraal geld, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en zijn mededaders telkens die weg te nemen hoeveelheid giraal geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1. diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning;
2. diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Omtrent verdachte is door H.K. Meijer, GZ-psycholoog, op 24 augustus 2008 een rapport uitgebracht. Dit rapport houdt als conclusie in dat bij verdachte ten tijde van het ten laste gelegde een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond. Bij verdachte is volgens Meijer sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de zin van een gedragsstoornis en beperkte cognitieve vermogens (moeilijk lerend). Dit uit zich in gedragingen zoals beïnvloedbaarheid door deviante jongeren, antisociaal gedrag, middelenmisbruik, opvoedingsproblemen en autoriteitsproblemen, terwijl verdachte cognitief onvoldoende inzicht en overzicht op zijn handelen en de gevolgen daarvan heeft.
Ten aanzien van de feiten en de omstandigheden waarin verdachte zich op het moment van het plegen van het ten laste gelegde bevond kan, aldus Meijer, verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd.
Het hof verenigt zich met de voormelde conclusie en maakt die tot de zijne, in zoverre dat het hof vaststelt dat verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten leed aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, waardoor de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Het hof acht verdachte overigens strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met twee mededaders, op 5 mei 2008 schuldig gemaakt aan diefstal van een pinpas en daaropvolgend aan diefstal van geld door middel van die gestolen pinpas. De diefstal van de pinpas werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld en heeft plaatsgevonden in de nachtelijke uren in de woning van het slachtoffer. Verdachte is, met zijn mededaders de woning binnengedrongen terwijl het slachtoffer sliep.
Nadat het slachtoffer wakker was gemaakt door verdachte en zijn mededaders, hebben zij hem met een mes bedreigd, een t-shirt om zijn hoofd gedaan, de armen/polsen op zijn rug vastgebonden en zijn voeten gekneveld. Verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer gekneveld achtergelaten. Vervolgens hebben zij in [plaats 2] en in [plaats 3] met de gestolen pinpas meerdere keren geld gepind van de bankrekening van het slachtoffer.
Hoewel de rol van verdachte ten aanzien van het toegepaste geweld en bedreiging met geweld in de woning van het slachtoffer enigszins ondergeschikt lijkt te zijn geweest aan die van zijn mededaders, merkt het hof op dat verdachte een belangrijke schakel is geweest, nu hij degene was die de bewuste avond voor vervoer heeft gezorgd waarmee hij en zijn mededaders in de nacht van 5 mei 2008 naar het huis van het slachtoffer zijn gereden.
Door aldus te handelen hebben verdachte en zijn mededaders een ernstige inbreuk gepleegd op de lichamelijke integriteit en op de eigendomsrechten van het slachtoffer. Verdachte en zijn mededaders hebben door hun handelen gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer veroorzaakt.
Uit de toelichting van [benadeelde] op zijn vordering als benadeelde partij, komt naar voren dat hij bang is geworden en vanwege de overval veel alerter is dan voorheen. Hij is ernstig teleurgesteld in de medemens, te meer nu een van de mededaders een bekende van hem was.
Het hof heeft gelet op het verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie, d.d. 30 november 2009. Ter terechtzitting van het hof is gebleken dat verdachte recent, wegens heling, is veroordeeld tot een werkstraf.
Het hof heeft verder gelet op een door de Raad voor de Kinderbescherming op 29 augustus 2008 opgestelde rapportage. Uit het door de Raad verrichte onderzoek komen verschillende zorgelijke signalen naar voren. Zo is er bij verdachte sprake van een belast verleden en is zijn thuissituatie onstabiel. Hij is beïnvloedbaar en heeft een zorgelijke schoolgang. In de justitiële jeugdinrichting De Doggershoek heeft verdachte wel laten zien dat hij binnen duidelijke structuur en regels goed kan functioneren.
De Raad is van mening dat bij de strafbepaling rekening gehouden moet worden met de lange periode van voorarrest en dat verdachte ook nog op praktische wijze geconfronteerd mag worden met zijn daden. Daarom is de Raad van mening dat een werkstraf op zijn plaats is met daarnaast voorwaardelijke jeugddetentie met als bijzondere voorwaarde dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem, door zijn raadsman alsmede door de gezinsvoogd ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht.
Het hof houdt bij de strafoplegging ten slotte rekening met de hiervoor genoemde verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Het hof is alles afwegende van oordeel, dat oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van het voorarrest met daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd, passend en geboden is. Met de oplegging van een voorwaardelijk strafdeel beoogt het hof met name verdachte te stimuleren niet opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet op de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, acht het hof voorts de oplegging van een werkstraf geboden teneinde verdachte hiervan bewust te doen zijn.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg deels is toegewezen en voor het overige niet-ontvankelijk is verklaard en dat deze benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot het bedrag dat in eerste aanleg is toegewezen.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting van het hof aangevoerd dat verdachte niet civielrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij, nu verdachte ten tijde van het plegen van de delicten de leeftijd had van 13 jaar.
Het hof overweegt als volgt.
Verdachte stelt te zijn geboren op [1994]. Offici?le bewijsstukken daarvan heeft verdachte echter niet in het geding gebracht.
Op verzoek van de rechtbank Leeuwarden is op 16 oktober 2008 een leeftijdsonderzoek uitgevoerd door radioloog M.H. Lequin van het Erasmus Universitair Medisch Centrum te Rotterdam.
Uit het röntgenonderzoek van de sleutelbeenderen is naar voren gekomen dat de skeletontwikkeling van verdachte past bij iemand met een leeftijd van ongeveer 16 tot ongeveer 25 jaar. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden volgens de Kreitner-methode uit 1998.
Deze onderzoeksresultaten worden ondersteund door de resultaten van het bij verdachte verrichte handonderzoek, volgens de Greulich and Pyle-analyse.
Lequin concludeert op basis van het handonderzoek dat de leeftijd van verdachte rond de 16.5 jaar is gelegen. Lequin merkt in het rapport op, dat Negroïden en Aziatische rassen een afwijking kunnen hebben van 1 à 2 jaar.
Het hof is van oordeel dat op grond van de verrichte onderzoeken en zelfs met inachtneming van bovengenoemde maximale marge van twee jaar, vastgesteld kan worden dat verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten, ten minste de leeftijd van 14 jaar had bereikt. Verdachte kan naar het oordeel van het hof dan ook civielrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor de vordering van de benadeelde partij. Tevens kan aan hem de schadevergoedingsmaatregel opgelegd worden.
De benadeelde partij heeft door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte en de mededaders kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering toewijzen nu de hoogte ervan niet is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt. De vordering van € 2.349,90, vermeerderd met de wettelijke rente, zal derhalve worden toegewezen, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 2.349,90, vermeerderd met de wettelijke rente, die door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten zijn toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 63, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 310, 311, en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot jeugddetentie voor de duur van tweehonderdtweeëntachtig dagen;
bepaalt, dat een gedeelte van deze straf, groot honderdtachtig dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van zijn gezinsvoogd;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, dat wil zeggen: het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van honderdzestig uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door tachtig dagen jeugddetentie;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweeduizend driehonderdnegenenveertig euro en negentig cent, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2008 tot aan de dag van algehele voldoening, met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweeduizend driehonderdnegenenveertig euro en negentig cent, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2008 tot aan de dag van algehele voldoening, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende jeugddetentie voor de duur van drieëndertig zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. H. Heins, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier. Mr. Deuring en mr. Heins zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.