ECLI:NL:GHLEE:2010:BL1707
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis met uitzondering van de strafmaat in hoger beroep tegen de rechtbank Groningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1942 en bestuurder van drie BV's, was eerder veroordeeld voor het indienen van onjuiste loonbelastingaangiften en valsheid in geschrift. De rechtbank had hem een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof bevestigde de lezing van de tenlastelegging, de bewezenverklaring en de kwalificatie van de feiten, maar kwam tot een andere strafmaat. De advocaat-generaal had een werkstraf van 240 uren geëist, subsidiair 120 dagen hechtenis. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten, in combinatie met de recidive van de verdachte, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden rechtvaardigde. Echter, gezien de overschrijding van de redelijke termijn met zeven maanden, besloot het hof om in plaats van een gevangenisstraf een werkstraf van 240 uren op te leggen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de strafoplegging en legde de taakstraf op, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis zou worden toegepast. Tevens werd bepaald dat de tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de werkstraf.