ECLI:NL:GHLEE:2010:BL1546
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- O. Anjewierden
- G.J. Niezink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor poging tot diefstal met braak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 januari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982 en wonende te [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. A.J. Welvering. De verdachte was eerder veroordeeld voor een poging tot diefstal met braak, gepleegd op 24 januari 2008 in een boerderij te [plaats]. De tenlastelegging was gewijzigd en betrof het gezamenlijk met anderen plegen van de poging tot diefstal van een motorboot, toebehorende aan [slachtoffer]. Het hof oordeelde dat de verdachte zich de toegang tot de boerderij had verschaft door middel van braak en dat hij de motorboot onder zijn bereik had gebracht, hoewel de uitvoering van het misdrijf niet was voltooid.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, en dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zou worden verklaard in haar vordering. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde het ten laste gelegde bewezen, met uitzondering van enkele andere tenlasteleggingen. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis, en de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat niet was gebleken dat de schade rechtstreeks voortvloeide uit het bewezen verklaarde feit. Het hof baseerde zijn beslissing op de artikelen 22c, 22d, 45, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.