ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2834

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
30 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000527-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf wegens niet-naleving bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van de advocaat-generaal tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één maand. De veroordeelde, geboren in 1980, had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan haar voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere toezicht door de afdeling Reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland en het naleven van aanwijzingen van deze instelling.

Het hof heeft vastgesteld dat de vordering tijdig was ingediend, aangezien de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf op 22 juli 2009 was geëindigd. Uit het toezichtverslag bleek dat de veroordeelde in februari 2008 onder toezicht was gesteld, maar dat haar conditie verslechterde. Ondanks meerdere hulpaanbiedingen en afspraken, is de veroordeelde niet verschenen op de geplande afspraken en heeft zij geen enkele reactie gegeven op hulpaanbiedingen.

De advocaat-generaal vorderde de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, en het hof heeft deze vordering toegewezen. Het hof oordeelde dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd en gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van één maand, die eerder voorwaardelijk was opgelegd bij arrest van 7 maart 2007. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en de griffier zorgde voor de verslaglegging van de zitting.

Uitspraak

Raadkamernummer 24-000527-09
Parketnummer: 24-000444-06
Arrest van 30 oktober 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op de vordering van de advocaat-generaal bij het ressortsparket te Leeuwarden van 30 juni 2009, in de strafzaak tegen de veroordeelde:
[veroordeelde],
geboren op [1980] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet verschenen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal vordert dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij arrest van dit hof van 7 maart 2007 bevel is gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zal worden ten uitvoer gelegd, indien de veroordeelde voor het einde van de proeftijd van twee jaren zich niet aan een strafbaar feit schuldig maakt en de volgende bijzondere voorwaarde zal naleven:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de afdeling Reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling.
Het onderzoek ter terechtzitting
Het hof heeft gelet op het onderzoek ter openbare terechtzitting van het hof van 16 oktober 2009.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal.
Gronden waarop de beslissing van het hof berust
Het hof stelt vast dat de vordering tijdig is ingediend, nu de proeftijd bij de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf op 22 juli 2009 is geëindigd.
Uit het afloopbericht toezicht van Verslavingszorg Noord Nederland d.d. 1 april 2009, aangevuld bij brief van 23 juli 2009, blijkt dat het toezicht is aangevangen in februari 2008, nadat de veroordeelde was ontslagen uit detentie uit anderen hoofde.
Toen de conditie van de veroordeelde gaandeweg verslechterde heeft zij ingestemd met opname in het Intramuraal Motivatie Centrum te Eelde en vervolgens met opname in Hoog-Hullen. Na het voortijdig afbreken van de behandeling in Hoog-Hullen op 30 januari 2009 is de veroordeelde slechts één van de geplande acht afspraken nagekomen. De veroordeelde heeft op 13 maart 2009 een officiële waarschuwing ontvangen toen bleek dat ook andere betrokkenen in het hulpverleningsnetwerk geen contact meer met haar konden krijgen. Nadat met de veroordeelde opnieuw afspraken waren gemaakt voor voortzetting van het toezicht is zij wederom niet op geplande afspraken verschenen. Daarop is besloten het toezicht te retourneren.
Uit het aanvullend verslag blijkt dat er sprake is van een in toenemende mate zorgwekkende ontwikkeling in de conditie van de veroordeelde, met veelvuldig middelenmisbruik, overlast en verwardheid. De veroordeelde heeft op geen enkel hulpaanbod gereageerd.
Nu is gebleken dat de veroordeelde de hiervoor vermelde bijzondere voorwaarde niet volledig heeft nageleefd zal het hof de vordering van de advocaat-generaal toewijzen.
Op grond van het vorenstaande zal het hof als volgt beslissen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE op de vordering van 30 juni 2009 van de advocaat-generaal:
wijst de vordering toe.
gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, de veroordeelde [veroordeelde] voorwaardelijk opgelegd bij arrest van dit hof van 7 maart 2007 en wel van:
gevangenisstraf voor de duur van één maand.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.W.J. Sekeris, als voorzitter, en mrs. H.M. Poelman en W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Zomer als griffier.