ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2829
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.W.J. Sekeris
- H.M. Poelman
- L.T. Wemes
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van lijfsdwang in het kader van betalingsverplichting ex artikel 577c Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan over de vordering van de advocaat-generaal tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang op basis van artikel 577c van het Wetboek van Strafvordering. De veroordeelde had een betalingsverplichting van € 205.000,- opgelegd gekregen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, maar had tot op heden geen betalingen verricht. De advocaat-generaal verzocht om verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van maximaal 540 dagen, omdat verhaal op het vermogen van de veroordeelde niet mogelijk was gebleken.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal toegewezen, waarbij het verweer van de advocaat van de veroordeelde werd verworpen. De advocaat stelde dat de gevorderde lijfsdwang in strijd was met artikel 5, eerste lid onder b, van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof oordeelde echter dat de tenuitvoerlegging van de lijfsdwang niet in strijd was met dit artikel, aangezien de lijfsdwang zijn grondslag vond in een wettelijk opgelegde betalingsverplichting waaraan de veroordeelde niet had voldaan.
Het hof benadrukte dat de maximale duur van de tenuitvoerlegging van de lijfsdwang in redelijke verhouding staat tot de omvang van de betalingsverplichting. Bovendien kon de veroordeelde de tenuitvoerlegging van de lijfsdwang voorkomen of bekorten door aan zijn betalingsverplichting te voldoen. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de geldende wettelijke procedures en de rechtspraak omtrent de tenuitvoerlegging van lijfsdwang.