ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2827

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
30 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000561-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen omzetting van werkstraf in vervangende hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan over het bezwaar van de veroordeelde tegen de omzetting van een werkstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde was eerder, op 12 maart 2008, veroordeeld tot een taakstraf van twintig uren, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van tien dagen zou worden opgelegd. De veroordeelde had echter herhaaldelijk niet gereageerd op uitnodigingen van de reclassering voor een intakegesprek, wat leidde tot de beslissing om de werkstraf om te zetten in vervangende hechtenis. Tijdens de zitting op 16 oktober 2009 werd het bezwaar van de veroordeelde behandeld, waarbij zijn advocaat aanvoerde dat de veroordeelde niet op de hoogte was gesteld van de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis en dat de uitnodigingen naar een verkeerd adres waren gestuurd.

Het hof heeft de stukken bekeken en vastgesteld dat de reclassering de uitnodigingen naar het GBA-adres van de veroordeelde had gestuurd. Ondanks de argumenten van de advocaat van de veroordeelde, oordeelde het hof dat niet aannemelijk was dat de veroordeelde de uitnodigingen niet had kunnen ontvangen. Het hof verklaarde het bezwaar ongegrond, waarmee de omzetting van de werkstraf in vervangende hechtenis werd bevestigd. De advocaat-generaal merkte op dat de behandeling van het bezwaar te lang had geduurd, maar het hof oordeelde dat de procedure correct was verlopen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de veroordeelde om te reageren op uitnodigingen van de reclassering en de gevolgen van het niet naleven van de opgelegde taakstraf.

Uitspraak

Raadkamernummer 24-000561-09
Parketnummer: 24-002001-07
Arrest van 30 oktober 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het bezwaarschrift ex artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht:
[veroordeelde],
geboren op [1963] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet verschenen. Wel verschenen is mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.
De inhoud van het bezwaar
Het hof heeft de veroordeelde bij zijn arrest d.d. 12 maart 2008 veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van twintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast.
Voormeld bezwaarschrift, ontvangen op 29 juni 2009, keert zich tegen de kennisgeving d.d. 16 juni 2009 van de advocaat-generaal aan de veroordeelde tot omzetting van de taakstraf in een vervangende hechtenis.
De behandeling ter zitting
Het hof heeft gezien de stukken. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van
16 oktober 2009.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de advocaat van de veroordeelde.
De beoordeling van het bezwaar
Blijkens het afloopbericht van de afdeling reclassering van het Leger des Heils te Groningen, d.d. 26 mei 2009 is de werkstraf geretourneerd omdat de veroordeelde bij herhaling niet heeft gereageerd op uitnodigingen voor een intakegesprek, terwijl de uitnodigingen waren verzonden naar het GBA-adres van veroordeelde.
Ter zitting heeft de advocaat van de veroordeelde verklaard dat de veroordeelde tevergeefs heeft gewacht op schriftelijk bericht omtrent de taakstraf, totdat hij een uitnodiging van de reclassering ontving om het afloopbericht te bespreken. De veroordeelde is te laat op die afspraak verschenen. Hem werd daarbij meegedeeld dat de taakstraf inmiddels geretourneerd was. Ook zou hem zijn meegedeeld dat de uitnodigingen waren verzonden naar het adres [adres] te [woonplaats], niet zijnde het adres waar veroordeelde volgens het GBA staat ingeschreven. De advocaat van de veroordeelde heeft bij brieven van 10 juli 2009 en 7 september 2009 tevergeefs verzocht de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis op te schorten, in afwachting van de behandeling van het bezwaarschrift door het hof. De veroordeelde heeft de vervangende hechtenis inmiddels ondergaan.
De advocaat-generaal stelt zich op het standpunt dat, nu de wetgever geen opschortende werking heeft willen verlenen aan de indiening van het bezwaarschrift, de behandeling daarvan in het onderhavige geval te lang op zich heeft laten wachten. Daarbij komt dat hem niet was bericht dat de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis was aangevangen.
Het hof is met de advocaat van de veroordeelde van opvatting dat voormeld afloopbericht van het Leger des Heils erg summier en weinig inzichtelijk is. Dat neemt echter niet weg dat daaruit blijkt dat de uitnodigingen voor een intakegesprek op respectievelijk 4 juli 2008, 21 augustus 2008, 1 mei 2009 en 15 mei 2009 aan de veroordeelde zijn verzonden en dat de reclassering beschikte over het adres waar de veroordeelde volgens het GBA stond ingeschreven, te weten [adres] te [woonplaats]. Naar het oordeel van het hof is dan ook niet aannemelijk geworden dat de veroordeelde de uitnodigingen voor het intakegesprek niet heeft kunnen ontvangen. Gelet daarop zal het hof het bezwaarschrift ongegrond verklaren.
De beslissing
Het hof:
verklaart het bezwaarschrift van veroordeelde ongegrond.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.W.J. Sekeris, als voorzitter, mr. H.M. Poelman en mr. L.T. Wemes, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Zomer, als griffier.