ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2213

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001171-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor witwassen met gevangenisstraf en vrijspraak voor diefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1981 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor verschillende misdrijven, waaronder witwassen en diefstal. De rechtbank had een gevangenisstraf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van zes maanden en het in beslag genomen geldbedrag van €800,00 verbeurd zou verklaren. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen, waardoor zij op dat punt werd vrijgesproken. Het hof heeft wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen, omdat zij geld had verworven waarvan zij wist dat het afkomstig was uit een misdrijf. De straf werd bepaald op één maand gevangenisstraf, wat aanzienlijk korter was dan de door de advocaat-generaal gevorderde straf. Daarnaast werd de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte gelast, en werden de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Het hof heeft de relevante wetsartikelen toegepast en de uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de raadsman van de verdachte, mr. T. Nieuwburg.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001171-09
Parketnummer eerste aanleg: 18-670022-09
Arrest van 5 november 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 29 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. T. Nieuwburg, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, heeft een beslissing genomen over de inbeslaggenomen goederen en heeft op de vordering van de benadeelde partijen beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en haar ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden. De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd het in beslaggenomen geldbedrag, ten bedrage van € 800,00, verbeurd te verklaren en het in beslaggenomen geldbedrag, ten bedrage van € 720,00, en de inbeslaggenomen pinpas, terug te geven aan de rechthebbende, te weten mevrouw [naam]. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd de vordering van de benadeelde partijen, [benadeelde 1], [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] hoofdelijk toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, welke wijziging het hof overneemt - ten laste gelegd dat:
1. primair
zij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 22 oktober 2008 tot en met 21 januari 2009, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of in de gemeente [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 6] en/of [plaats 7] in de gemeente [gemeente 1] en/of [plaats 8] in de gemeente [gemeente 2],
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en), te weten
- op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip op 22 oktober 2008, te [plaats 1] en/of [plaats 5] en/of [plaats 2], (telkens) (een) geldbedrag(en) van in totaal 4986,63 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en) toebehorende aan [benadeelde 1] (zaaknummer 9) en/of
- op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van 17 december 2008 tot en met 18 december 2008, te [plaats 1] en/of [plaats 6] en/of [plaats 7] in de gemeente [gemeente 1] en/of [plaats 8] in de gemeente [gemeente 2] en/of [plaats 3] en/of in de gemeente [gemeente 3], (telkens) (een) geldbedrag(en) van
in totaal 5000 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en) toebehorende aan [slachtoffer 1] (zaaknummer 8) en/of
- op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, op 30 december 2008, te [plaats 1], (telkens) (een) geldbedrag(en) van in totaal 1927,42 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en) toebehorende aan [benadeelde 2] (zaaknummer 3) en/of
- op 21 januari 2009, te [plaats 1], een geldbedrag van 720 euro, in ieder geval enig geldbedrag toebehorende aan [slachtoffer 2] (zaaknummer 4),
in elk geval (telkens) toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
waarbij verdachte en/of haar mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) (telkens) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, namelijk door het onrechtmatig gebruik van een pinpas en de daarbij behorende pincode;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat zij,
op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 22 oktober 2008 tot en met 21 januari 2009, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of in de gemeente [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 6] en/of [plaats 7] in de gemeente [gemeente 1] en/of [plaats 8] in de gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een X-box en/of kledingstukken (met een waarde van 559,95 euro) en/of een hoeveelheid levensmiddelen en/of een geldbedrag (720 euro), althans enig(e) goed(eren), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl zij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
Zij, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 31 december 2008 tot en met 9 januari 2009, te [plaats 5] en/of te [plaats 9] en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en), te weten
- op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, op 31 december 2008, te [plaats 5], (telkens) (een) geldbedrag(en) van in totaal 1413 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en) toebehorende aan [benadeelde 3] (zaaknummer 6) en/of
- op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 8 januari 2009 tot en met 9 januari 2009, te [plaats 9] en/of elders in Nederland, (telkens) (een) geldbedrag(en) van in totaal 1120 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en) toebehorende aan [benadeelde 4] (zaaknummer 9)
in elk geval (telkens) toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) (telkens) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, namelijk door het onrechtmatig gebruik van een pinpas en de daarbij horende pincode.
Verweer raadsman
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de aanhouding van verdachte onrechtmatig is geweest. Naar de mening van de raadsman waren er onvoldoende ernstige bezwaren om verdachte aan te houden en zijn de aangetroffen goederen onder verdachte, te weten het aangetroffen geldbedrag ten bedrage van € 1520,00 en de aangetroffen pinpas op naam van [slachtoffer 2] derhalve onrechtmatig verkregen. De raadsman heeft gepleit tot bewijsuitsluiting als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof is oordeelt als volgt.
Uit de stukken blijkt dat het bekend was dat verdachte [medeverdachte] soms samenwerkte met een vrouw. Uit de stukken blijkt voorts dat een medewerker van de Albert Heijn gevestigd aan de [straat 1] te [plaats 1] bij de politie heeft verklaard dat hij op 21 januari 2009 omstreeks 13.15 uur een man die zich in de winkel verdacht gedroeg vanuit de winkel naar buiten is gevolgd.
Op parkeerplaats zag deze getuige een blauwe Mercedes met Duits kenteken staan, waarvan de motor draaide. In deze auto zaten een vrouw en kind. De vrouw bevond zich op de passagiersstoel.
Een medewerker van de Albert Heijn aan de [straat 2] te [plaats 1] heeft verklaard dat een man op 21 januari 2009, rond 13.30 uur, na een mislukte pinbetaling, de winkel heeft verlaten en dat deze man is weggereden in een donkerblauwe Mercedes met het kenteken [kenteken]. In deze auto zaten nog twee personen. Vervolgens zijn de inzittenden van deze Mercedes, waaronder verdachte, aangehouden op 21 januari 2009 14.30 uur.
Nu bekend was dat verdachte in sommige gevallen samen met een vrouw opereerde, hij samen met een vrouw in een auto is weggereden na een mislukte pinbetaling en ze kort na deze mislukte pinbetaling zijn aangehouden, was er naar het oordeel van hof voldoende verdenking om ook [verdachte] als verdachte aan te houden. De onder verdachte inbeslaggenomen goederen zijn aldus rechtmatig verkregen.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair en 2. aan verdachte is ten laste gelegd, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde dat het dossier onvoldoende wettige bewijsmiddelen bevat waaruit enige betrokkenheid van verdachte bij hetgeen haar onder 1. is ten laste gelegd blijkt.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde overweegt het hof dat uit het dossier onvoldoende blijkt op basis waarvan verdachte wordt herkend door de verbalisant. In het dossier bevindt zich een kopie van het paspoort van verdachte waarop een foto van verdachte staat. De vrouw die op die foto staat afgebeeld komt echter niet dusdanig overeen met de vrouw die op de foto's die bij de winkels zijn genomen staat, dat op basis daarvan de herkenning tot stand kan zijn gekomen. Nu er geen recente foto van verdachte in het dossier zit en verdachte niet ter zitting is verschenen en er derhalve geen vergelijking heeft kunnen plaatsvinden, acht het hof de betrokkenheid van verdachte bij deze diefstallen niet bewezen.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
zij op 21 januari 2009 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een ander, 720 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
witwassen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 21januari 2009 schuldig gemaakt aan het witwassen doordat
zij geld waarvan zij wist dat het afkomstig was uit enig misdrijf heeft verworven en voorhanden heeft gehad. Witwassen vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Uit het verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatieregister, d.d. 22 januari 2009, blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Nu het hof minder feiten bewezen heeft verklaard dan in eerste aanleg en door de advocaat-generaal gevorderd, acht het hof een gevangenisstraf van een aanzienlijk kortere duur op zijn plaats.
Benadeelde partijen
Uit het onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partijen:
[benadeelde 1], [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] zich in het geding in eerste aanleg hebben gevoegd en dat hun vorderingen in eerste aanleg geheel zijn toegewezen. Derhalve duurt de voeging in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan verdachte, ter zake het onder 1. primair en 2. ten laste gelegde, de zaken waarin de benadeelde partijen zich hebben gevoegd, geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dienen de benadeelde partijen, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
In beslag genomen goederen
Ten aanzien van het in beslaggenomen geld ten bedrage van € 800,80 zal het hof de teruggave aan verdachte gelasten nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte verdachte onder 1. primair en 2. ten laste gelegde niet bewezen en spreekt haar daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1. subsidiair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van één maand;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van het geldbedrag, ten bedrage van € 800,80, aan veroordeelde;
gelast de teruggave van een giropas aan [slachtoffer 2];
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in hun vordering.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. D.J. Keur en mr. M.F.H.M. van Haastert, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Keur en mr. Van Haaster beiden voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.