ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2205

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000869-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor medeplichtigheid aan diefstal en rijden onder invloed

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was veroordeeld wegens medeplichtigheid aan diefstal, rijden onder invloed en het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 12 weken opgelegd, waarvan 6 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden. Het hof heeft de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 3 weken, die is omgezet in een werkstraf van 42 uur, subsidiair 21 dagen hechtenis.

De verdachte is in hoger beroep gekomen en het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte medeplichtig was aan de diefstal door het geven van informatie aan een medeverdachte, die vervolgens de inbraak heeft gepleegd. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het rijden onder invloed van alcohol en het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en de straffen gemotiveerd, waarbij rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zich in een verbeteringsproces bevond.

Het hof heeft de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen motor uitgesproken, aangezien deze was gebruikt bij het bewezen verklaarde feit. De uitspraak van het hof benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de verkeersveiligheid, maar biedt ook ruimte voor rehabilitatie van de verdachte, gezien zijn positieve ontwikkeling.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000869-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-880355-06, 17-810255-07, 17-850325-07 en 17/810077-06 (tul)
Arrest van 5 november 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 18 maart 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.A. de Boer, advocaat te Sneek.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, op een vordering van de benadeelde partij beslist en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte onder 1. meer subsidiair, 2. en 3. ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, alsmede verdachte ten aanzien van het onder feit 2. ten laste gelegde te veroordelen tot een onzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden. De advocaat-generaal heeft voorts de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen motor gevorderd, alsmede tenuitvoerlegging van de 3 weken gevangenisstraf, verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van 24 april 2006, met dien verstande dat deze gevangenisstraf zal worden omgezet in een werkstraf voor de duur van 42 uur, subsidiair 21 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1. primair
hij op of omstreeks 28 april 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen aan of bij de [adres]) heeft weggenomen (onder meer) een grote hoeveelheid geld en/of een twee laptops (van het merk HP en/of Medion) en/of twee fotocamera's en/of een rugzak en/of een filmcamera en/of navigatiesysteem en/of meerdere computerspelletjes en/of cosmetica-artikelen en/of een acculader en/of een (gouden) horloge en/of een (gouden) ring en/of een (gouden) armband en/of een bankpas en/of een horloge (merk Tommy Hilfiger) en/of een kluissleutel en/of gereedschap en/of een bril en/of een portefeuille en/of een geheugencard en/of een telefoontoestel en/of een paspoort, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
1. subsidiair
[medeverdachte] en/of een of meerdere ander(e) perso(o)n(en) op of omstreeks 28 april 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan of bij de [adres]) heeft/hebben weggenomen (onder meer) een grote hoeveelheid geld en/of een twee laptops (van het merk HP en/of Medion) en/of twee fotocamera's en/of een rugzak en/ofeen filmcamera en/of navigatiesysteem en/of meerdere computerspelletjes en/of cosmetica-artikelen en/of een acculader en/of een (gouden) horloge en/of een (gouden) ring en/of een (gouden) armband en/of een bankpas en/of een horloge (merk Tommy Hilfiger) en/of een kluissleutel en/of gereedschap en/of een bril en/of een portefeuille en/of een geheugencard en/of een telefoontoestel en/of een paspoort, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 28 april 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) mede te delen dat die [slachtoffer] over (veel) geld en/of waardevolle goederen zou (kunnen) beschikken, althans die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) getipt bij die [slachtoffer] te gaan inbreken, althans dat hij, verdachte, op enigerlei wijze gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichtingen heeft verschaft;
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en stafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 28 april 2006 tot en met 15 mei 2006, te [plaats], in elk geval in het jaar 2006 (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, twee althans een, laptop(s) (van het merk HP en/of Medion) heeft verworven, voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
(parketnummer 810255/07)
hij op of omstreeks 9 maart 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), voor het besturen waarvan een rijbewijs vereist was, en er sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudendedrank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 150 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
3.
(parketnummer 850325/07)
hij op of omstreeks 25 juli 2006, te of bij [plaats], (in elk geval)in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] een motorrijtuig, (motorfiets), heeft bestuurd.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 1. primair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1. subsidiair
[medeverdachte] op 28 april 2006 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen een hoeveelheid geld en twee laptops, van het merk HP en Medion en een gouden horloge toebehorende aan [slachtoffer], waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 28 april 2006 in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft doordat hij die [medeverdachte] heeft getipt bij die [slachtoffer] te gaan inbreken;
2.
hij op 9 maart 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, voor het besturen waarvan een rijbewijs vereist was, en er sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudendedrank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 150 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
3.
hij op 25 juli 2006 te [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] een motorrijtuig, motorfiets, heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. subsidiair, 2. en 3. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1. subsidiair: medeplichtigheid aan diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2. overtreding van artikel 8, derde lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994;
3. overtreding van artikel 9, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan diefstal, aan het rijden onder invloed en het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. Verdachte heeft het, middels het geven van een tip aan [medeverdachte], mogelijk gemaakt dat er een inbreuk kon worden gemaakt op het eigendomsrecht van het slachtoffer.
Door het rijden onder invloed van alcoholhoudende drank en het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid heeft verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht. Ook heeft verdachte door het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid laten zien dat hij zich niets aantrekt van een onherroepelijke rechterlijke beslissing.
Uit het verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie, d.d. 1 juli 2009, blijkt dat verdachte veelvuldig met justitie in aanraking is geweest en ook meermalen is veroordeeld wegens soortgelijke feiten.
Gezien het vorenstaande zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals in eerste aanleg aan verdachte opgelegd, op zijn plaats zijn. Het hof ziet echter in de persoonlijke omstandigheden, zoals ter zitting naar voren gekomen, reden hiervan af te wijken.
Ter zitting is namelijk gebleken dat verdachte met behulp van zijn coach, [naam], zijn leven enigszins op orde aan het krijgen is. Verdachte gebruikt thans geen verdovende middelen meer en ook zijn alcoholgebruik lijkt verdachte in de hand hebben. Nu verdachte positief tegenover de hulp van [naam] staat en hij gemotiveerd is zijn leven een nieuwe wending te geven, is het hof van mening dat hij deze kans ook dient te krijgen.
Het hof acht de door de advocaat-generaal gevorderde straf derhalve passend en geboden en zal verdachte veroordelen conform deze eis.
Beslissing op de vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden d.d. 24 april 2006, is veroordeelde - voor zover hier van belang - veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken, voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 9 mei 2006. De proeftijd is op diezelfde datum ingegaan. De officier van justitie heeft op 7 februari 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de onderhavige ten laste gelegde feiten. Ook de advocaat-generaal heeft tenuitvoerlegging gevorderd, met dien verstande dat de opgelegde gevangenisstraf zal worden omgezet in een werkstraf.
Nu gebleken is dat veroordeelde de hiervoor bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf, met dien verstande dat het hof deze straf zal omzetten in een werkstraf van na te noemen duur.
Verbeurdverklaring
Het hof is van oordeel dat de inbeslaggenomen motor verbeurd dient te worden verklaard nu het onder 3. bewezen verklaarde feit met betrekking tot deze motor is begaan en deze motor aan verdachte toebehoort
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14g, 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 8, 9, 176, 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1. subsidiair, 2. en 3. ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld onder 1. subsidiair, 2. en 3. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twaalf weken;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zes weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
ontzegt aan de veroordeelde ter zake van het onder onder 2. bewezen verklaarde feit de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van zes maanden;
verklaart verbeurd de inbeslaggenomen motor;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 24 april 2006 ) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van tweeënveertig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van eenentwintig dagen zal worden toegepast;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. D.J. Keur en mr. M.F.H.M. van Haastert, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van Haastert voornoemd buiten staat dit arrest mede te onderteken.