ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2191

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001023-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte is veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, gepleegd op 7 juni 2008. De verdachte, geboren in 1975 en woonachtig te [woonplaats], heeft samen met anderen geweld gepleegd tegen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] op de openbare weg. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het slaan, stompen en schoppen van de benadeelden, wat heeft geleid tot letsel en pijn bij deze personen.

De politierechter had eerder een straf opgelegd, maar de verdachte is in hoger beroep gegaan. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, rekening houdend met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en het geringe aandeel van de verdachte in het geweld.

De vorderingen van de benadeelde partijen zijn door het hof niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet van zo eenvoudige aard zijn dat zij zich lenen voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen alleen bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Het hof heeft de toepassing van de relevante wetsartikelen, zoals het Wetboek van Strafrecht, in acht genomen bij het nemen van deze beslissing.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001023-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-755558-08
Arrest van 5 november 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 3 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman mr. W.M. Bierens, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft een beslissing genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ten aanzien van het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
zij op of omstreeks 7 juni 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [straat 1] en/of de [straat 2], in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3], welk geweld bestond uit:
- het slaan en/of stompen tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1] en/of
- het trappen en/of schoppen tegen het been en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1] en/of
- het trekken aan de haren van die [benadeelde 2] en/of
- het slaan en/of stompen tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 2] en/of
- het slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 3];
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte:
zij op of omstreeks 7 juni 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een (aantal) perso(o)n(en) te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft mishandeld, immers heeft zij, verdachte en/of (met) haar mededader(s):
- tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1] geslagen en/of gestompt en/of
- tegen het been en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1] getrapt en/of geschopt en/of
- aan de haren van die [benadeelde 2] getrokken en/of
- tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 2] geslagen en/of gestompt en/of
- tegen het gezicht en/of hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 3] geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt,
waardoor voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
(primair)
zij op 7 juni 2008 te [plaats] met anderen, op of aan de openbare weg, de [straat 1] en/of de [straat 2], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3], welk geweld bestond uit:
- het stompen tegen het gezicht en/of hoofd van die [benadeelde 1] en
- het trappen en/of schoppen tegen het lichaam van die [benadeelde 1] en
- het trekken aan de haren van die [benadeelde 2] en
- het slaan en/of stompen tegen het gezicht van die [benadeelde 2] en
- het slaan en trappen tegen het gezicht en/of hoofd van die [benadeelde 3].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
(primair)
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in de nacht van 7 juni 2008 op de openbare weg openlijk in vereniging geweld gepleegd tegen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3]. Door zo te handelen heeft verdachte met die anderen de openbare orde verstoord. Bovendien is er inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van voornoemde personen.
Het hof heeft in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een haar betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 18 augustus 2009 - eerder - echter lang geleden - is veroordeeld ter zake van een geweldsdelict. Met die veroordeling is bij het bepalen van de straf geen rekening gehouden.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een werkstraf van 30 uren dient te worden opgelegd. Het hof houdt hierbij rekening met het geringe aandeel van verdachte in het uitgeoefende geweld en de (eveneens strafbare) gedragingen van de aangevers tijdens de gebeurtenissen op 7 juni 2008.
Benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3]
Gebleken is, dat de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] zich in het geding in eerste aanleg hebben gevoegd, dat hun vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van hun eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw hebben gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van hun in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof is van oordeel, dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet van zo eenvoudige aard zijn, dat zij zich lenen voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dienen de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partijen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de drie benadeelde partijen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.