ECLI:NL:GHLEE:2009:BK1560
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P. Koolschijn
- G. Dam
- J. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontucht en verkrachting na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte was aangeklaagd voor ontucht en verkrachting van een minderjarige, met verschillende tenlasteleggingen die betrekking hadden op seksuele handelingen en geweld. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van de gehele tenlastelegging, en de officier van justitie ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zittingen in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte verklaard dat hij de verdachte ter terechtzitting verdedigde. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 73 dagen voorwaardelijk, en dat de in beslag genomen goederen, waaronder gegevensdragers met dierenpornografie, onttrokken zouden worden aan het verkeer.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlasteleggingen had begaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangeefster niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen, en dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte het in de tenlastelegging genoemde beeldmateriaal aan de aangeefster had getoond. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlasteleggingen. Het hof gelastte de teruggave van alle in beslag genomen goederen aan de verdachte.
Deze uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, vooral in zaken die betrekking hebben op ernstige beschuldigingen zoals ontucht en verkrachting. De beslissing van het hof toont aan dat zelfs bij ernstige beschuldigingen, de rechtsstaat en het recht op een eerlijk proces gewaarborgd moeten blijven.