ECLI:NL:GHLEE:2009:BK0202
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geldige doch incomplete betekening van de inleidende dagvaarding in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was, had bij haar eerste verhoor een feitelijk woonadres opgegeven. Echter, het hof constateerde dat de inleidende dagvaarding niet naar dat adres was verzonden. De verdachte was niet verschenen ter terechtzitting in eerste aanleg, waar de politierechter verstek verleende. Ook in hoger beroep was de verdachte niet ter terechtzitting verschenen, en de dagvaarding in hoger beroep was niet in persoon betekend.
Het hof oordeelde dat de betekening van de inleidende dagvaarding geldig maar incompleet was. Dit was te wijten aan het feit dat er geen bewijs was dat de dagvaarding per gewone post naar het opgegeven adres was verzonden, zoals vereist door de wet. De politierechter had in deze omstandigheden geen aanleiding gezien om het onderzoek ter terechtzitting te schorsen. Het hof concludeerde dat, aangezien de verdachte niet op de hoogte was van de zitting en de dagvaarding niet correct was betekend, de zaak terug moest worden gewezen naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling.
Het arrest van het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en wees de zaak terug naar de rechtbank Leeuwarden, zodat de verdachte opnieuw kon worden berecht. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. W. Foppen als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mr. H.J. Deuring en mr. L.T. Wemes, met J.B. Schwerzel als griffier.