ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8862
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Beswerda
- M. Meijer-Campfens
- K. Koers-van der Linde
- Rechtspraak.nl
Vergoeding immateriële schade na onterecht ondergane detentie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die onterecht gedetineerd was, vroeg een schadevergoeding van € 18.335,00 voor de immateriële schade die hij had geleden door zijn detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker van 28 juli 2008 tot en met 11 maart 2009 in detentie heeft gezeten, waarvan een deel onder beperkingen. Op 15 april 2009 is verzoeker vrijgesproken van de strafzaak die aan zijn detentie ten grondslag lag, en het arrest is op 30 april 2009 onherroepelijk geworden. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen. Na een gedetailleerde berekening van de dagen in detentie en de bijbehorende vergoedingen, heeft het hof besloten om een totaalbedrag van € 18.280,00 aan verzoeker toe te kennen, ten laste van de Staat. De kosten van het verzoekschrift werden ook vergoed tot een bedrag van € 275,00. Het hof wees het meer of anders verzochte af, en de beslissing werd ondertekend door de voorzitter en de griffier.