ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8419
Gerechtshof Leeuwarden
Verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 Wetboek van Strafvordering na detentie
In deze zaak heeft verzoeker, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.P. Hilhorst, een verzoek ingediend op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek betreft een schadevergoeding ten laste van de Staat voor de immateriële schade die verzoeker heeft geleden als gevolg van zijn detentie. Verzoeker heeft in totaal 8 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht van 1 juni 2006 tot en met 9 juni 2006, waarbij hem op 2 juni 2006 beperkingen zijn opgelegd. De detentie vond plaats in een politiecel, en verzoeker heeft gedurende deze periode schade geleden.
Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 10 september 2009 de stukken bekeken, waaronder het verzoekschrift en de relevante stukken van de strafzaak. De advocaat-generaal is gehoord, en het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 95,- per dag voor de 8 dagen detentie, wat neerkomt op € 760,-. Daarnaast zijn de kosten voor de indiening van het verzoekschrift vastgesteld op € 275,-.
In totaal kent het hof aan verzoeker een schadevergoeding toe van € 1.035,-, welke ten laste van de Staat komt. De beslissing is genomen door de rechters P. Koolschijn (voorzitter), G. Dam en W. Foppen, in aanwezigheid van griffier mr. M. Zevenhuizen. De tenuitvoerlegging van het bedrag is bevolen door overmaking op de rekening van de Stichting Derdengelden Hilhorst Loeb Gaerman.