ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8415

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002553-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling wegens huiselijk geweld met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1973, werd beschuldigd van huiselijk geweld tegen zijn levensgezel, waarbij hij haar op verschillende tijdstippen mishandeld zou hebben tussen 1 september 2005 en 14 november 2007. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en behandelde de zaak op basis van de ingediende stukken.

De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van acht weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde mishandelingen en achtte de verdachte strafbaar. Het hof vernietigde het vonnis van de eerste aanleg en legde de verdachte een gevangenisstraf op van acht weken, waarvan twee weken voorwaardelijk. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een passende straf om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Het hof verklaarde niet bewezen wat de verdachte verder ten laste was gelegd en sprak hem daarvan vrij. De gevangenisstraf werd deels voorwaardelijk opgelegd, met als doel de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten. De tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht, werd in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Deze uitspraak is een voorbeeld van hoe het hof omgaat met huiselijk geweld en de gevolgen daarvan voor de betrokkenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002553-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-606737-07
Arrest van 23 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 8 augustus 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van acht weken waarvan twee weken voorwaardelijk, met aftrek van voorarrrest, met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op verschillende tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 1 september 2005 tot en met 14 november 2007 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], (telkens) opzettelijk mishandelend zijn levensgezel
[slachtoffer]
- ruw bij de (boven)arm(en) heeft vastgepakt en/of
- hardhandig aan de trui van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of
- met kracht sleutels uit de hand van die [slachtoffer] heeft gerukt waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 september 2005 tot en met 14 november 2007 te [plaats], opzettelijk mishandelend zijn levensgezel [slachtoffer]
- ruw bij de (boven)arm(en) heeft vastgepakt en/of
- hardhandig aan de trui van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of
- met kracht sleutels uit de hand van die [slachtoffer] heeft gerukt waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in de periode van 1 september 2005 tot en met 14 november 2007 meermalen schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer] Zij was ten tijde van de mishandelingen de vriendin van verdachte. Verdachte heeft, door zo te handelen, bij herhaling inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer].
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 juli 2009 - eerder is veroordeeld ter zake van misdrijven met betrekking tot huiselijk geweld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf. Verder is gebleken dat verdachte in 1997 is veroordeeld wegens een aantal gewelddadige delicten tot een zeer langdurige gevangenisstraf. Desondanks is verdachte opnieuw in de fout gegaan.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof - net als de rechter in eerste aanleg en de advocaat-generaal - van oordeel dat het opleggen van een gevangenisstraf passend en geboden is. Het hof zal deze gevangenisstraf deels voorwaardelijk opleggen, mede met als doel om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Een andere, mildere strafmodaliteit komt, gelet op verdachtes strafrechtelijke verleden, niet meer in aanmerking.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van acht weken;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van twee weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.