ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8415
Gerechtshof Leeuwarden
Hoger beroep tegen veroordeling wegens huiselijk geweld met gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1973, werd beschuldigd van huiselijk geweld tegen zijn levensgezel, waarbij hij haar op verschillende tijdstippen mishandeld zou hebben tussen 1 september 2005 en 14 november 2007. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en behandelde de zaak op basis van de ingediende stukken.
De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van acht weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde mishandelingen en achtte de verdachte strafbaar. Het hof vernietigde het vonnis van de eerste aanleg en legde de verdachte een gevangenisstraf op van acht weken, waarvan twee weken voorwaardelijk. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een passende straf om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.
Het hof verklaarde niet bewezen wat de verdachte verder ten laste was gelegd en sprak hem daarvan vrij. De gevangenisstraf werd deels voorwaardelijk opgelegd, met als doel de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten. De tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht, werd in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Deze uitspraak is een voorbeeld van hoe het hof omgaat met huiselijk geweld en de gevolgen daarvan voor de betrokkenen.