Parketnummer: 24-000381-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-755190-08 (feit 1 tot en met 3) en 17-755165-08 (feit 4)
Arrest van 31 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 februari 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven te [woonplaats], [adres],
volgens eigen opgave wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 90 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 juni 2008 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]),
- meermalen, in elk geval éénmaal, (met een fles) tegen het lichaam heeft geslagen en/of
- meermalen, in elk geval éénmaal, tegen het lichaam heeft geschopt en/of
- meermalen,in elk geval éénmaal, (met kracht) bij de (linker)onderarm heeft vastgepakt en/of aan die (linker)onderarm heeft getrokken en/of die (linker)onderarm heeft gedraaid/verdraaid, terwijl die (linker)onderarm gebroken en/of gegipst was,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 17 juni 2008 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk, één of meerdere goederen, althans huisraad (o.a. een koelkast, een lamp), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 17 juni 2008 te [plaats] toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1], hoofdagent van politie, en/of [verbalisant 2], hoofdagent van politie, verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 300 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau te [plaats] ([adres]), zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig
- zich (met kracht) te bewegen in een richting tegengesteld aan de richting waarin die [verbalisant 1] en/of die [verbalisant 2] hem trachtte(n) te bewegen en/of
- schoppende bewegingen te maken in de richting van die [verbalisant 1] en/of die [verbalisant 2];
4.
hij op of omstreeks 18 juni 2008 te [plaats] met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat] en/of [straat], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meerdere auto's, welk geweld bestond uit het trappen/schoppen tegen de buitenspiegel(s) van die auto('s).
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 17 juni 2008 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]),
- meermalen tegen het lichaam heeft geslagen en
- meermalen tegen het lichaam heeft geschopt waardoor deze pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 17 juni 2008 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk, een lamp, toebehorende aan [slachtoffer], heeft vernield;
3.
hij op 17 juni 2008 te [plaats] toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1], hoofdagent van politie, verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 300 Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, had aangehouden en vastgegrepen, teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau te [plaats] ([adres]), zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening, door opzettelijk gewelddadig
- zich met kracht te bewegen in een richting tegengesteld aan de richting waarin die [verbalisant 1] hem trachtte te bewegen en
- schoppende bewegingen te maken in de richting van die [verbalisant 1];
4.
hij op 18 juni 2008 te [plaats] met een ander, op of aan de openbare weg, de [straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere auto's, welk geweld bestond uit het trappen/schoppen tegen de buitenspiegels van die auto's.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen;
feit 3: wederspannigheid;
feit 4: openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 17 juni 2008 te [plaats] schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer] door hem te schoppen en te slaan. Verdachte heeft voorts een lamp van [slachtoffer] vernield. Door zo te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] en op zijn eigendomsrechten. Terwijl verdachte werd aangehouden ter zake van deze feiten, heeft hij zich schuldig gemaakt aan wederspanningheid.
Op 18 juni 2008 heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in vereniging plegen van openlijk geweld door spiegels van auto's af te schoppen. Door zo te handelen heeft verdachte schade en overlast voor de eigenaren van deze voertuigen veroorzaakt.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 28 mei 2009 blijkt dat verdachte vele malen eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder ook vernielingen en mishandelingen.
Gelet op de mate van recidive betreffende verdachte, is het hof van oordeel dat in beginsel een gevangenisstraf een passende bestraffing is. Gelet echter op hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht ter terechtzitting van het hof over zijn vertrek uit [plaats], de door hem gevonden zelfstandige woonruimte in [plaats], de aan hem verstrekte bijstanduitkering en zijn verminderd drankgebruik is het hof met de raadsman en de advocaat-generaal van oordeel dat verdachte een kans verdient te laten zien dat hij niet opnieuw zal recidiveren.
Het hof acht de door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63, 141, 180, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van negentig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfenveertig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. P.J.M. van den Bergh en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.