ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ6434

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
28 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002387-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor winkeldiefstal met voorwaardelijke gevangenisstraf en geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1958 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor een drietal winkeldiefstallen. De politierechter had hem een straf opgelegd, waartegen de verdachte tijdig in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, waardoor het hof verstek verleende. De advocaat-generaal vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaren, alsook een geldboete van € 300,-, subsidiair zes dagen hechtenis.

Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en achtte bewezen dat de verdachte op drie verschillende data goederen had weggenomen uit winkels, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening. De bewezen feiten betroffen het stelen van een potje mosselen en een zakje garnalen, twee blikjes bier, en een pakje shag. Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van € 300,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet wordt betaald. Het hof heeft benadrukt dat winkeldiefstal een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht van winkeliers vormt en dat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002387-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-654203-07
Arrest van 28 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 8 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren en een geldboete van € 300,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door zes dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 augustus 2007, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een potje mosselen en/of een zakje garnalen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 30 november 2007, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee blikjes bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 30 november 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk twee blikjes bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 15 januari 2008, te [plaats], in ieder geval in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen één pakje shag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het (winkel)bedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
1.
hij op 4 augustus 2007, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een potje mosselen en een zakje garnalen toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf];
2.
hij op 30 november 2007, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee blikjes bier toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf];
3.
hij op 15 januari 2008, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen één pakje shag toebehorende aan het (winkel)bedrijf [bedrijf].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1, 2 primair en 3 telkens: diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal winkeldiefstallen. Winkeldiefstal is een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel hinder en schade oplevert. Verdachte heeft door aldus te handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de winkeliers.
Het hof heeft gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 juni 2009, waaruit is gebleken dat verdachte eerder wegens (soortgelijke) strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof zal verdachte, conform de vordering van de advocaat-generaal, een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur en een onvoorwaardelijke geldboete opleggen. De voorwaardelijke gevangenisstraf is bedoeld als stok achter de deur teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan strafbare feiten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
een geldboete van driehonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zes dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. M.F.H.M. van Haastert en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Van Haastert voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.