ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ5230
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- P. Koolschijn
- J. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens valsheid in geschrift met betrekking tot bijstandsuitkering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 14 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1965 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld wegens valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, in het kader van haar bijstandsuitkering. De politierechter had haar een straf opgelegd, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 34 uren, subsidiair 17 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft deze vordering overgenomen en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 34 uren.
De zaak draaide om de vraag of het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging van de verdachte. De raadsman voerde aan dat het benadelingsbedrag, dat door de Sociale Recherche was vastgesteld, onder de grens van € 6.000,- lag, waardoor het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat het benadelingsbedrag, dat aanvankelijk op € 24.028,57 was vastgesteld, later was herberekend naar € 9.606,66, wat voldoende was voor ontvankelijkheid.
Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift door op de maandelijkse verklaringen van de Wet Werk en Bijstand (WWB) niet te vermelden dat zij inkomsten uit arbeid had ontvangen. Het hof overwoog dat de verdachte het vertrouwen in het gebruik van geschriften die tot bewijs dienen, had geschaad. Bij de straftoemeting hield het hof rekening met het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor strafbare feiten. Gezien de aard en ernst van de feiten, alsook de omstandigheden waaronder deze waren begaan, vond het hof een werkstraf van 34 uren passend.