ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ4890
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.J. Deuring
- F.W.J. den Ottolander
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep na intrekking door verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarin hij was veroordeeld voor misdrijven. Tijdens de procedure heeft de verdachte op 21 juli 2009 een akte van intrekking van het hoger beroep ingediend. Het hof overweegt dat de intrekking als tardief moet worden aangemerkt, omdat er reeds onderzoek ten gronde heeft plaatsgevonden. Dit onderzoek omvatte onder andere pro forma zittingen en een regiezitting, waarbij getuigen zijn gehoord. Ondanks de tardieve intrekking, concludeert het hof dat de verdachte geen belang meer heeft bij voortzetting van het hoger beroep. Dit blijkt uit de akte van intrekking en de toelichting van de raadsman tijdens de zitting op 27 juli 2009.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen strafvorderlijk belang is dat zich verzet tegen een niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het door hem ingestelde hoger beroep. De benadeelde partijen, die in eerste aanleg niet ontvankelijk waren verklaard in hun vorderingen, hebben deze vorderingen in hoger beroep niet gehandhaafd. Het hof heeft daarom besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, ondanks de tardieve intrekking. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, met mr. H.J. Deuring als voorzitter, en is geregistreerd door griffier J.B. Schwerzel.