ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ4264
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- H.J. Deuring
- K. Lahuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens gebrek aan bewijs voor opzet bij hennepkweek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was vervolgd voor medeplegen en medeplichtigheid aan de hennepkweek. De tenlastelegging betrof het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten en het helpen bij de hennepkweek door werkzaamheden aan de cv-installatie in een pand waar de hennepkwekerij was gevestigd. De verdachte had op 16 december 2007 een cv-ketel vervangen en gecontroleerd in een schuur waar ook de hennepkwekerij was. De advocaat-generaal had gevorderd tot een werkstraf van vijftig uren, subsidiair vijfentwintig dagen hechtenis.
Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor het opzet van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten. De werkzaamheden die de verdachte verrichtte, zoals het vervangen van de cv-ketel, konden niet worden aangemerkt als opzettelijke hulp bij het kweken van hennepplanten. Het hof concludeerde dat er geen zodanig verband bestond tussen de werkzaamheden van de verdachte en de hennepkweek, waardoor het opzet niet kon worden afgeleid. Aangezien het hof van oordeel was dat het bewijs voor de medeplichtigheid ontbrak, heeft het de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.
De uitspraak van het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Dit arrest benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken, vooral bij beschuldigingen van medeplichtigheid aan strafbare feiten.