ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ0739
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Hielkema
- G. Dam
- P.J.M. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van valsheid in geschrifte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor valsheid in geschrifte, maar heeft hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De tenlastelegging betrof het opmaken en vervalsen van een brief, die als bewijsstuk diende, met de handtekening van een mevrouw mr. [naam]. De verdachte zou deze brief hebben verzonden met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken.
Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de valsheid in geschrifte had gepleegd. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken, en het hof heeft deze vordering gehonoreerd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet de persoon was die de vervalste brief had verzonden, en heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen.
De uitspraak van het hof is een belangrijke bevestiging van het beginsel dat een verdachte alleen kan worden veroordeeld op basis van wettig en overtuigend bewijs. In dit geval was dat bewijs niet aanwezig, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. Het arrest benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in strafzaken en de bescherming van de rechten van de verdachte.