ECLI:NL:GHLEE:2009:BI8121
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M. Poelman
- S.H. Wachter
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor slopen in afwijking van sloopvergunning en toewijzing van lijfsdwang
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 12 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde slopen in afwijking van de verleende sloopvergunning. Het hof oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de sloopwerkzaamheden van de verdachte onder de vergunning vielen, terwijl het slopen zonder vergunning niet was tenlastegelegd. De zaak betreft ook een vordering van de advocaat-generaal ex artikel 577c van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de veroordeelde een geldbedrag van € 441.647,95 moest betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Na executie van de gelegde beslagen resteerde er een openstaande vordering van € 367.266,08.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 29 mei 2009 heeft het hof de advocaat-generaal, de veroordeelde en zijn raadsman gehoord. De advocaat-generaal verzocht om verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van 540 dagen, omdat de veroordeelde niet aan zijn betalingsverplichting voldeed. De veroordeelde stelde dat hij niet in staat was om te betalen en leefde van een uitkering, maar het hof oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij buiten staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. Het hof concludeerde dat er aanwijzingen waren dat de veroordeelde mogelijk vermogen had ondergebracht bij familie of in het buitenland.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal toegewezen en verlof verleend tot de tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van 540 dagen. Dit besluit is genomen op basis van de openstaande vordering en de omstandigheden van de zaak, waarbij het hof de vordering in overeenstemming achtte met de geldende richtlijnen voor lijfsdwang.