ECLI:NL:GHLEE:2009:BI7428

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
12 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001526-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal in vereniging met gebruik van braak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 12 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging, waarbij hij samen met een ander koperen leidingen had weggenomen uit een gebouw. De politierechter had de verdachte een werkstraf van 60 uren opgelegd, subsidiair 30 dagen hechtenis. De advocaat-generaal had in hoger beroep dezelfde straf gevorderd, maar daarnaast ook een omzetting van een eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie in een werkstraf.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de goederen onder hun bereik zijn gebracht door middel van verbreking. De verdachte heeft erkend dat hij samen met een ander de koperen leidingen heeft gestolen met de intentie deze te verkopen, wat niet alleen inbreuk maakte op het eigendomsrecht van de benadeelde, maar ook schade toebracht aan het gebouw.

Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ondanks eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, heeft de verdachte aangegeven zijn leven te hebben gebeterd en een opleiding te hebben afgerond. Het hof heeft daarom besloten om een werkstraf op te leggen van 60 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Tevens is een werkstraf van 30 uren opgelegd ter vervanging van de voorwaardelijke jeugddetentie.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001526-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-880413-07 en 17-675175-06 (tul)
Arrest van 12 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 30 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair te vervangen door 30 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte op 11 mei 2006 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie voor de duur van twee weken zal omzetten in een werkstraf voor de duur 30 uren, subsidiair te vervangen door 15 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2007 tot en met 1 november 2007, in elk geval in het jaar 2007, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een gebouw (genaamd "[naam]", gelegen aan of bij de [straat], aldaar) heeft
weggenomen een hoeveelheid koperen leidingen (bliksemgeleiders/bliksembeveiliging), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] (Zorg en Ondersteuning), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
hij op 30 oktober 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een gebouw (genaamd "[naam]", gelegen aan of bij de [straat], aldaar) heeft weggenomen een hoeveelheid koperen leidingen (bliksemgeleiders/bliksembeveiliging) toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met een ander koperen bliksembeveiliging van een gebouw gestolen, om deze vervolgens aan een handelaar proberen te verkopen. Hij heeft hierdoor niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de betrokkene, maar ook schade toegebracht aan het gebouw waaraan de bliksembeveiliging zich bevond. Het gaat hier om een ergerlijke feit, dat veel schade en hinder meebrengt voor de betrokkene.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 6 mei 2009 eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op de justitiële documentatie van verdachte is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend en geboden is. Het hof houdt echter rekening met de aannemelijk geworden gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft aangegeven dat hij zijn leven heeft gebeterd. Hij heeft net een opleiding afgerond en heeft inmiddels een betaalde baan.
Gelet op het voorgaande zal het hof, conform de vordering van de advocaat-generaal, een werkstraf van na te melden duur opleggen.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 11 mei 2006, is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 11 mei 2006. De proeftijd is ingegaan op 30 mei 2006.
De officier van justitie heeft op 7 april 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde jeugddetentie, aangezien verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu is gebleken dat verdachte het hiervoor bewezenverklaarde feit heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van voormelde straf te geven, een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 63 (oud), 77dd, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de jeugddetentie de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter te Leeuwarden van 11 mei 2006) een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. A. Dijkstra en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.