Parketnummer: 24-002979-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-682018-08, 17-676517-07 en 17-675264-07 (tul) en 17-682036-07 (tul)
Arrest van 29 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 27 november 2008 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 17-682018-08 en 17-676517-07 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in Opvangcentrum Het Poortje te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.A. Veenstra, advocaat te Joure.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd, schadevergoedingsmaatregelen opgelegd en heeft voorts beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen tot schadevergoeding en op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het in zaak A onder 1 primair, 2 primair (ter zake van poging zware mishandeling tegen [benadeelde 1] en ter zake van openlijke geweldpleging tegen [benadeelde 2]), 3, 4 subsidiair en het in zaak B ten laste gelegde zal veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof aan verdachte de maatregel van onvoorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen zal opleggen alsmede de tenuitvoerlegging zal bevelen van in totaal 120 dagen jeugddetentie, de verdachte voorwaardelijk opgelegd bij het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 13 september 2007 (te weten 90 dagen jeugddetentie) en het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van
6 december 2007 (te weten: 30 dagen jeugddetentie). Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen tot schadevergoeding zullen worden toegewezen en dat schadevergoedingsmaatregelen zullen worden opgelegd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat 1], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit het (met kracht) (vast)pakken (bij) en/of dichtdrukken van de keel van die [slachtoffer 3], en/of uit het vastpakken (bij de kleding) en/of kapot scheuren van de trui van die [slachtoffer 3], en/of het (meermalen) (met kracht en/of met (gebal)de vuist(en)) slaan op en/of in/tegen het gezicht/hoofd en/of de schouder en/of (elders) op en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 3], en/of het geven van een kniestoot in het middenrif, dan wel tegen het lichaam van die [slachtoffer 3], en/of het op/naar de grond duwen van die [slachtoffer 3], en/of het (vervolgens) (meermalen) schoppen in de maag(streek) en/of de zij en/of (elders) tegen het lichaam van die [slachtoffer 3];
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 27 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), (met kracht) bij de keel heeft (vast) gepakt en/of de keel heeft dichtgedrukt, en/of (meermalen) (met kracht en/of met (gebal)de vuist(en)) op en/of in/tegen het gezicht/hoofd en/of de schouder en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen, en/of (met) (een) knie(stoot) in het middenrif, en/of (elders) tegen het lichaam heeft gegeven(/gestoten), en/of op/naar de grond heeft geduwd, en/of (vervolgens) (meermalen) in de maag(streek) en/of de zij en/of (elders) tegen het lichaam heeft geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer 3] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 21 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 1] (meermalen) (met kracht en/of met de vuist(en)) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft geslagen, en/of aan de haren heeft getrokken en/of naar de grond heeft gewerkt/op de grond heeft gegooid, en/of (vervolgens) (meermalen) (met kracht) in/tegen de buik en/of op/tegen het hoofd en/of het/de be(e)n(en) en/of (elders) tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 21 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het [straat 2], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1], welk geweld bestond uit het (met kracht) vastpakken/grijpen van/bij de keel van die [benadeelde 2],en/of het (meermalen)(met kracht en/of met de vuist(en)) slaan in de maag(streek) en/of in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of (op) de benen en/of (elders) op/tegen het (boven)lichaam van die [benadeelde 2], en/of het (meermalen)(met kracht en/of met de vuist(en)) slaan in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1] en/of het aan de haren trekken van die [benadeelde 1] en/of het naar de grond werken/ op de grond gooien van die van der Meer en/of (vervolgens) het (meermalen) (met kracht) schoppen in/tegen de buik en/of op/tegen het hoofd en/of het/de be(e)n(en) en/of (elders) tegen het lichaam van die [benadeelde 1];
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 21 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend (telkens) een persoon (te weten [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1]) (respectievelijk),
(t.a.v. [benadeelde 2])
(met kracht) bij de keel heeft vastgepakt/gegrepen, en/of (meermalen)(met kracht en/of met de vuist(en)) in de maag(streek) en/of in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of (op) de benen en/of (elders) op/tegen het (boven)lichaam heeft geslagen, en/of
(t.a.v. van der Meer)
(meermalen)(met kracht en/of met de vuist(en)) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft geslagen, en/of het aan de haren heeft getrokken, en/of naar de grond heeft gewerkt/op de grond heeft gegooid, en/of (vervolgens) (meermalen) (met kracht) in/tegen de buik en/of op/tegen het hoofd en/of het/de be(e)n(en) en/of (elders) tegen het lichaam heeft geschopt, waardoor voornoemde [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij op of omstreeks 1 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], op de openbare weg de [straat 3], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een (hand)tas, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, op die [slachtoffer 1] is/zijn toegelopen en/of aan weerszijden van/naast die [slachtoffer 1] is/zijn gaan staan en/of (vervolgens) de (hand)tas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of (met kracht) aan die (hand)tas heeft/hebben getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 1 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], op de openbare weg [straat 4], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een pakje shag en/of een koffer(/trolley op wieltjes) (inhoudende (- onder meer -) boodschappen) en/of geld en/of een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, op die [slachtoffer 2] is/zijn toegelopen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben toegevoegd "maak je zakken leeg" en/of "leeg je zakken"
en/of "geef me je shag" en/of "geef je spullen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (daarbij) (dreigend) een (zak)mes (vlak) voor het gezicht en/of de keel van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond, dan wel een (tot) vuist (gebalde hand) (met daarin een (zak)mes) heeft opgeheven voor die [slachtoffer 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 1 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], op de openbare weg [straat 4], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een pakje shag en/of een koffer(/trolley op wieltjes) (inhoudende (- onder meer -) boodschappen) en/of geld en/of een of meer andere goed(eren), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), op die [slachtoffer 2] is/zijn toegelopen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben toegevoegd "maak je zakken leeg" en/of "leeg je zakken" en /of "geef me je shag" en/of "geef je spullen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (daarbij) (dreigend) een (zak)mes (vlak) voor het gezicht en/of de keel van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond, dan wel een (tot) vuist (gebalde hand) (met daarin een (zak)mes) heeft opgeheven naar die [slachtoffer 2], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Zaak B
hij op of omstreeks 28 november 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]), meermalen, althans eenmaal, met (een) tot vuist gebalde hand(en) tegen de ribben en/of in de maagstreek en/of tegen het hoofd, in elk geval tegen het lichaam, heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht het in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair en in zaak B ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
in zaak A
1. primair:
hij op 27 maart 2008 te [plaats], met een ander, op de openbare weg, de [straat 1], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit het met kracht vastpakken bij en dichtdrukken van de keel van die [slachtoffer 3], en uit het vastpakken bij de kleding en kapot scheuren van de trui van die [slachtoffer 3], en het meermalen met kracht en met gebalde vuisten slaan op en tegen het gezicht en de schouder van die [slachtoffer 3], en het geven van een kniestoot in het middenrif, en het naar de grond duwen van die [slachtoffer 3], en het vervolgens meermalen schoppen in de maagstreek en zij van die [slachtoffer 3];
2. primair:
hij op 21 maart 2008 te [plaats], met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 1] meermalen met kracht en met de vuisten tegen het gezicht en elders tegen het lichaam heeft geslagen, en aan de haren heeft getrokken en naar de grond heeft gewerkt, en vervolgens meermalen met kracht tegen de buik en tegen het hoofd en de benen en elders tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 21 maart 2008 te [plaats], met anderen, op de openbare weg, het [straat 2], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 2], welk geweld bestond uit het met kracht vastpakken bij de keel van die [benadeelde 2], en het meermalen met kracht en met de vuisten slaan in de maag en tegen het gezicht van die [benadeelde 2];
3.
hij op 1 maart 2008 te [plaats], op de openbare weg de [straat 3], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een handtas, toebehorende aan [slachtoffer 1], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld tegen die [slachtoffer 1] te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, met zijn mededader op die [slachtoffer 1] is toegelopen en aan weerszijden van die [slachtoffer 1] is gaan staan en vervolgens de handtas van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en met kracht aan die handtas heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. subsidiair:
hij op 1 maart 2008 te [plaats], op de openbare weg [straat 4], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een pakje shag en een trolley op wieltjes inhoudende - onder meer - boodschappen, toebehorende aan die [slachtoffer 2], samen met die ander op die [slachtoffer 2] is toegelopen en vervolgens die [slachtoffer 2] heeft toegevoegd "maak je zakken leeg" en "leeg je zakken" en "geef me je shag" en "geef je spullen", en daarbij dreigend een zakmes vlak voor het gezicht en de keel van die [slachtoffer 2] heeft gehouden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
in zaak B
hij op 28 november 2007 te [plaats], opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer 4], meermalen, met tot vuist gebalde handen tegen de ribben en in de maagstreek en tegen het hoofd, heeft gestompt en geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 subsidiair en in zaak B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
in zaak A
1. primair:
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
2. primair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
3.
poging tot diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4. subsidiair:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Strafbaarheid
Omtrent verdachte zijn door A.N. Hoogland, GZ-psycholoog, en G.M. Veenstra, kinder- en jeugdpsychiater, respectievelijk op 22 juni 2008 en 1 november 2008 rapporten uitgebracht. Die rapporten houden als conclusie in - zakelijk weergegeven - dat het ten laste gelegde verdachte enigszins verminderd respectievelijk in verminderde mate kan worden toegerekend.
Het hof verenigt zich met voormelde conclusies en maakt die in zoverre tot de zijne dat het hof verdachte voor het bewezen verklaarde als verminderd toerekeningsvatbaar zal aanmerken.
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 27 maart 2008 schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 3]. Verdachte en zijn mededader hebben het slachtoffer vastgepakt bij de keel en hem meermalen geslagen en geschopt. Door zo te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van die [slachtoffer 3].
Op 21 maart 2008 heeft verdachte tezamen met anderen, zonder dat daar enige aanleiding voor bestond, op de openbare weg, geweld gepleegd tegen [benadeelde 1] en [benadeelde 2]. Dit zinloze geweld bestond - onder meer - uit het slaan en schoppen van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2]. Verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en gevoelens van angst, onrust en onveiligheid bij hen teweeggebracht.
Voorts heeft verdachte op 1 maart 2008 met zijn mededader twee misdrijven gepleegd, te weten poging tot diefstal en poging tot afpersing. Verdachte heeft met zijn mededader een poging gedaan de handtas van [slachtoffer 1] te roven. Dit is niet gelukt door weerstand van die [slachtoffer 1]. Ook hebben verdachte en zijn mededader geprobeerd de shag en de trolley van [slachtoffer 2] afhandig te maken, met behulp van dreigende bewoordingen en het tonen van een mes in de richting van het slachtoffer.
Op 28 november 2007 heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van [slachtoffer 4]. Deze mishandeling bestond uit het slaan en stompen waardoor die [slachtoffer 4] pijn heeft ondervonden.
Uit het verdachte betreffende uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 april 2009 blijkt, dat verdachte reeds eerder is veroordeeld wegens vermogens- en geweldsdelicten. Verdachte is reeds aangemerkt als veelpleger.
De bewezen verklaarde feiten kunnen verdachte in verminderde mate worden toegerekend.
Gezien de ernst van de gepleegde delicten, de minderjarigheid van de verdachte en de ten aanzien van verdachte in het verleden ingezette mislukte hulpverleningstrajecten, acht het hof de oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie van in beginsel aanzienlijke duur passend en geboden. Nu het hof - met de advocaat-generaal - in zaak A onder 2 primair ten aanzien van het eerste onderdeel daarvan tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie komt dan de rechtbank, zal het hof de duur van de jeugddetentie beperken tot 10 maanden.
Motivering van de op te leggen maatregel
Door de rechtbank is aan verdachte naast jeugddetentie tevens de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) opgelegd. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal eveneens oplegging van deze maatregel gevorderd.
In het Pro Justitia Rapport d.d. 1 november 2008 stelt deskundige Veenstra, kinder- en jeugdpsychiater, dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de strafbare feiten een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens bestond. Daarnaast komt de deskundige Veenstra in haar rapport onder meer tot de volgende conclusie, - zakelijk weergegeven -:
Het risico op recidief, zonder verdere behandeling is groot bij [verdachte]. Dit gezien zijn cognitieve beperking, zijn impulsief gedrag, zijn beïnvloedbaarheid en het niet corrigerend optredend milieu waar hij uit komt. Tevens zijn de delicten veelal onder invloed van alcohol gepleegd. [verdachte] heeft een omgeving nodig die hem op zijn niveau (zwakbegaafd) structuur en veel herhaling biedt. Zo kan hij nieuwe sociale competenties aangeleerd krijgen, die door veel herhaling ingeslepen moeten worden. [verdachte] heeft weinig interne motivatie en zal het moeten hebben van externe motivatie. Dit zal in een 24-uurs setting moeten, daar de ouders niet in staat zijn om [verdachte] voldoende bij te sturen. Bij een OTS blijven de ouders verantwoordelijk, terwijl de ouders het juist al bij herhaling niet is gelukt om het gedrag van [verdachte] bij te sturen. Een civielrechtelijk traject lijkt niet meer de aangewezen weg gezien de ernst van de delicten en het grote gevaar voor recidief. Middels een PIJ zou verdere ontwikkeling eventueel nog gunstig beïnvloed kunnen worden. Een ontwikkelingsstoornis naar een anti- sociale persoonlijkheidsstoornis kan dan mogelijk nog worden bijgestuurd.
De deskundige Hoogland, GZ-psycholoog, kwam daarnaast - in zijn rapport d.d. 22 juni 2008 en in zijn aanvullend rapport d.d. 30 oktober 2008 - onder meer tot de volgende conclusie - zakelijk weergegeven -:
[verdachte] functioneert verstandelijk gezien op een laag niveau. Er is sprake van zwakbegaafdheid. [verdachte] heeft een gebrek aan inzicht, overzicht, organisatorische vaardigheden en moeite met oorzaak en gevolg. Er is sprake van agressie regulatieproblematiek en in zijn gedrag komen kenmerken naar voren die passen bij een oppositioneel opstandige gedragsstoornis, met daarbij een risico tot ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Verder is er sprake van ouder-kind relatieproblemen. Er is sprake van zowel affectieve als pedagogische verwaarlozing. [verdachte] is meerder malen gerecidiveerd, ondanks maatregelen als ITB harde kern en training bij Accare. Terugkeer in de thuissituatie is niet wenselijk. De problematische, onveilige thuissituatie maakt de kans op recidive erg groot. Daarnaast bieden ouders geen adequate sociale steun en hebben ze geen gezag. Eerdere hulpverlening in de thuissituatie mocht niet voldoende baten en de verwachting is er niet dat dit een volgende keer meer effect zal hebben. Om zorg te dragen dat [verdachte] niet meer zal recidiveren is het van belang dat hij uit zijn dagelijks systeem wordt gehaald.
Tijdens het VMBO examen is [verdachte] ontsnapt naar huis, waar hij later weer is opgepakt en teruggebracht naar het Poortje. Gezien het hoge recidive risico, status van veelpleger, opbouwende agressie in delicten waardoor een slechte prognose en eerdere mislukte trajecten, is het niet wenselijk om een civielrechtelijk traject op te leggen. Externe dwang is nodig, waarbij een 24-uurs setting geadviseerd wordt. Omdat een civielrechtelijk traject niet wenselijk wordt geacht, wordt geadviseerd om een onvoorwaardelijke PIJ op te leggen.
Het hof neemt de conclusies van de deskundigen over en maakt die tot de zijne.
Gelet op voormelde rapporten van de deskundigen en mede gelet op de rapportage van Accare en van de Raad voor de Kinderbescherming, is het hof van oordeel dat verdachte behandeld dient te worden voor zijn gedragsstoornis en dat deze behandeling plaats dient te vinden in het kader van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
De bewezenverklaarde feiten betreffen misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Gelet op het grote gevaar voor recidive, eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van de PIJ-maatregel. Voorts wordt de oplegging van de maatregel door het hof in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte geacht.
Voornoemde deskundigen adviseren dat behandeling zal plaatsvinden in een gesloten, gestructureerde setting.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat aan verdachte de PIJ-maatregel moet worden opgelegd.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Blijkens het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces vordert de benadeelde partij vergoeding van schade tot een bedrag van € 400,--.
Vaststaat dat door het bewezen verklaarde feit door de benadeelde partij schade is geleden, voor welke schade verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij niet betwist. De vordering van de benadeelde partij ad € 400 is dan ook toewijsbaar.
Het komt het hof gepast voor om dit bedrag tevens toe te wijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Blijkens het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces vordert de benadeelde partij vergoeding van schade tot een bedrag van € 350,--.
Vaststaat dat door het bewezen verklaarde feit door de benadeelde partij schade is geleden, voor welke schade verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij niet betwist. De vordering van de benadeelde partij ad € 350 is dan ook toewijsbaar.
Het komt het hof gepast voor om dit bedrag tevens toe te wijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
De gevorderde wettelijke rente is eveneens voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering tenuitvoerlegging (17/675264-07)
Bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden d.d. 13 september 2007 is verdachte veroordeeld tot (onder meer) een jeugddetentie voor de duur van 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voormeld vonnis is op 28 september 2007 onherroepelijk geworden. De proeftijd is ingegaan op 28 september 2007. De officier van justitie heeft op 25 maart 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde jeugddetentie.
Nu gebleken is dat verdachte de in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 subsidiair en in zaak B bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie.
Vordering tenuitvoerlegging (17/682036-07)
Bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden d.d. 6 december 2007 is verdachte veroordeeld tot (onder meer) een jeugddetentie voor de duur van 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voormeld vonnis is op 21 december 2007 onherroepelijk geworden. De proeftijd is ingegaan op 21 december 2007. De officier van justitie heeft op 25 maart 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde jeugddetentie.
Nu gebleken is dat verdachte de in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 subsidiair bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 77a, 77g, 77i, 77s, 77v, 77dd, 77gg, 141, 300, 302, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd in zaak A onder 4 primair en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 subsidiair en in zaak B ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 subsidiair en in zaak B meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot jeugddetentie voor de duur van tien maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
legt op aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, voor de duur van twee jaren;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van driehonderdvijftig euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 maart 2008;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van driehonderdvijftig euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 maart 2008 ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van vierhonderd euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vierhonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 13 september 2007 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten: jeugddetentie voor de duur van negentig dagen;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 6 december 2007 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten: jeugddetentie voor de duur van dertig dagen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. G. Dam en mr. J.P. van Stempvoort, in tegenwoordigheid van A.L.H. Wilkens als griffier, zijnde mr. van Stempvoort voornoemd en de griffier buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.