ECLI:NL:GHLEE:2009:BI6013

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002555-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens mishandeling met omzetten van gevangenisstraf naar werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982, was eerder veroordeeld voor mishandeling van een persoon, te weten [slachtoffer], op 10 november 2007 in [plaats]. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd, maar de officier van justitie vorderde de tenuitvoerlegging van deze straf omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig had gemaakt aan een nieuw feit. Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een werkstraf van 28 uren, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis, toegewezen. Daarnaast heeft het hof de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf omgezet in een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot de opgelegde werkstraffen. De beslissing is genomen op basis van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoon van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002555-08
Parketnummers eerste aanleg: 17-753528-08 en 17-820033-07 (tul)
Arrest van 29 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 13 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 28 uren, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de tenuitvoerlegging zal bevelen van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 21 maart 2007 aan verdachte voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, waarbij het hof deze straf zal omzetten in een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 november 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente
[gemeente], opzettelijk een persoon (te weten [slachtoffer]) heeft mishandeld,
immers heeft hij, verdachte (meermalen):
- (met gebalde vuist) tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] geslagen en/of gestompt (tengevolge waarvan die [slachtoffer] op de grond is gevallen) en/of
(vervolgens)
- in/tegen de rug en/of (elders) tegen het lichaam van die [slachtoffer] geschopt en/of getrapt en/of
- (met gebalde vuist) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] geslagen en/of gestompt,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 10 november 2007 te [plaats], opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer], heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte, met gebalde vuist tegen het hoofd van die [slachtoffer] geslagen tengevolge waarvan die [slachtoffer] op de grond is gevallen en vervolgens tegen de rug van die [slachtoffer] geschopt en met gebalde vuist tegen het lichaam van die [slachtoffer] geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 10 november 2007 in [plaats] schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer], door hem met zijn vuist tegen het hoofd en op zijn lichaam te slaan en hem te schoppen tegen de rug nadat die [slachtoffer] op de grond was gevallen. Door aldus te handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] aangetast.
Uit het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 24 februari 2009 blijkt, dat verdachte bij herhaling strafrechtelijk is veroordeeld. Deze veroordelingen hebben in overwegende mate betrekking op vermogensdelicten. Uit de strafrechtelijke documentatie van verdachte blijkt niet van eerdere veroordelingen op het punt van agressie- of geweldsdelicten.
Mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het dossier, acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf passend. Het hof zal daarom die straf aan verdachte opleggen.
Vordering tenuitvoerlegging (17-820033-07)
Bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden d.d. 21 maart 2007 is verdachte veroordeeld tot (onder meer) een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voormeld vonnis is op 5 april 2007 onherroepelijk geworden. De proeftijd is ingegaan op 5 april 2007. De officier van justitie heeft op 19 augustus 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu gebleken is dat veroordeelde het bewezen verklaarde feit heeft begaan voor het einde van de gestelde proeftijd, zal het hof de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf, met dien verstande dat het hof, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, deze straf zal omzetten in een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22c (oud), 22d, 63 (oud) en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 21 maart 2007) de tenuitvoerlegging van een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van zestig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. A.J. Rietveld, voorzitter, mr. S.H. Wachter en mr. J.P. van Stempvoort, in tegenwoordigheid van A.L.H. Wilkens als griffier, zijnde mr. van Stempvoort en Wilkens voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.