ECLI:NL:GHLEE:2009:BI4669

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002070-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het laten verrichten van te zwaar beroepsvervoer met een vrachtwagen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, een rechtspersoon, werd beschuldigd van het laten verrichten van beroepsvervoer met een vrachtwagen die te zwaar beladen was. De tenlastelegging betrof een overtreding van artikel 5 lid 18, sub 17 van het Voertuigreglement, waarbij de toegestane maximumlast van de derde achteras van de oplegger met ongeveer 3.300 kg werd overschreden. De feiten vonden plaats op 1 november 2007 nabij [plaats].

De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete, waarop de verdachte tijdig in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De advocaat-generaal vorderde een geldboete van € 2.700,-. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte strafbaar en oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, alsook met het eerdere strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat deze eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 2.700,-, waarbij ook de financiële draagkracht van de verdachte in overweging is genomen. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002070-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-635015-08
Arrest van 20 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen van 1 juli 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
gevestigd te [vestigingsplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een overtreding veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 2.700,-.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 01 november 2007, te of nabij [plaats], gemeente [gemeente], over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], met een vrachtauto, te weten een samenstel van trekker en oplegger, beroepsvervoer of eigen vervoer heeft verricht, althans heeft laten verrichten, in strijd met artikel 5 lid achttien, sub zeventien van het Voertuigreglement, immers werd de toegestane maximum last van de 3e achteras, althans enige (achter)as van de
oplegger met (ongeveer) 3.300 kg. overschreden.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
zij op 01 november 2007, nabij [plaats], gemeente [gemeente], over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], met een vrachtauto, te weten een samenstel van trekker en oplegger, beroepsvervoer heeft verricht in strijd met artikel 5 lid achttien, sub zeventien van het Voertuigreglement, immers werd de toegestane maximum last van de 3e achteras van de oplegger met 3.300 kg. overschreden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de overtreding:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 31 van de Wet goederenvervoer over de weg, begaan door een rechtspersoon.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft met een vrachtauto beroepsvervoer laten verrichten, terwijl deze vrachtauto veel te zwaar beladen was. Dat maakt haar verantwoordelijk voor de risico's die zijn genomen ten aanzien van de veiligheid van het verkeer op de weg.
Het hof houdt rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister van 9 februari 2009, waaruit blijkt dat verdachte vóór het plegen van het onderhavige feit eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld.
Gelet op het vorenstaande acht het hof oplegging van een geldboete, conform de vordering van de advocaat-generaal, passend en geboden. Het hof houdt hierbij rekening met de financiële draagkracht van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting van het hof is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud) en 24 (oud) van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1 (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 31 van de Wet goederenvervoer over de weg, artikel 6a van het Besluit goederenvervoer over de weg en de artikelen 5.1.2 en 5.18.17 van het Voertuigreglement.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van tweeduizend zevenhonderd euro.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. W.F. van Zant en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.