ECLI:NL:GHLEE:2009:BI4668

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001336-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van niet-conform vuurwerk

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1985, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een hoeveelheid vuurwerk die niet voldeed aan de eisen van het Vuurwerkbesluit. De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf en een maatregel. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, en onttrekking van het in beslag genomen vuurwerk aan het verkeer. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte 84 vuurpijlen, 1 flowerbed, 10 vuurpijlen (Devil), 49 stuks knalvuurwerk met lont (vlinder) en 120 stuks knalvuurwerk met lont (Thumping Thunder) voorhanden had, zonder dat deze voldeden aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte kreeg een deels voorwaardelijke werkstraf van 120 uren opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. Het hof verklaarde tevens dat het in beslag genomen vuurwerk aan het verkeer werd onttrokken, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd was met de wet.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001336-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-994554-07
Arrest van 20 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen van 6 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. B. van Dijk, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een maatregel, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair te vervangen door 60 dagen hechtenis, waarvan 60 uren, subsidiair te vervangen door 30 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het inbeslaggenomen vuurwerk wordt onttrokken aan het verkeer.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte wordt, na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 09 november 2006, in de gemeente [gemeente],
al dan niet opzettelijk, consumentenvuurwerk, te weten één of meer vuurpijlen en/of één of meer stuks knalvuurwerk met lont en/of één of meer flowerbeds, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels,
immers had verdachte toen aldaar voorhanden:
- 84, althans een aantal, vuurpijlen (importeur: Comet),
welke niet voorzien was/waren van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan, en/of
* het productiejaar van voornoemde vuurpijlen,
en/of
- 1 flowerbed (productiejaar: 2006) (100 shots),
welke niet voorzien was/waren van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan, en/of
* de naam en/of de handelsnaam of het handelskenmerk en/of de naam en/of de plaats van vestiging van de fabrikant en/of de importeur of handelaar, en/of waarvan in strijd met artikel 6 lid 5 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 het brutogewicht 18, althans meer dan 10, kilogram bedroeg,
en/of
- 10, althans een aantal, vuurpijlen (Devil), en/of
- 49, althans een aantal, stuks knalvuurwerk met lont (vlinder) (diameter:3 cm), en/of
- 10, althans een aantal, stuks knalvuurwerk met lont (vlinder) (diameter: 2.8 cm), en of
- 120, althans een aantal, stuks knalvuurwerk met lont (Thumping Thunder),
welke niet voorzien was/waren van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan, en/of
* de naam en/of de handelsnaam of het handelskenmerk en/of de naam en/of de plaats van vestiging van de fabrikant en/of de importeur of handelaar,
* het door de fabrikant bij de vervaardiging toegekende artikelnummer dat diende ter identificatie van voornoemde vuurpijlen (Devil) en/of voornoemde knalvuurwerk met lont en/of het productiejaar van voornoemde vuurpijlen (Devil) en/of voornoemde knalvuurwerk met lont.
Overweging ten aanzien van het bewijs
De in de tenlastelegging gebruikte verwijzing naar artikel 2.1.3 eerste lid onder e van het Vuurwerkbesluit (de verplichting dat vuurwerk voorzien moet zijn van een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan) zal het hof tevens verstaan als inhoudende een verwijzing naar het aanvullende bepaalde in artikel 2.1.3 vierde lid van het Vuurwerkbesluit (de verplichting dat deze gebruiksaanwijzing in de Nederlandse taal is gesteld). De op een enkele verpakking voorkomende, in de Engelse taal gestelde, verwijzing naar de afstand die in acht genomen moet worden bij het afsteken van dat vuurwerk kan immers niet als genoegzaam worden aangemerkt.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
hij op 09 november 2006, in de gemeente [gemeente], opzettelijk, consumentenvuurwerk, te weten vuurpijlen en knalvuurwerk met lont en één flowerbed, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen, immers had verdachte toen aldaar voorhanden:
- 84 vuurpijlen (importeur: Comet),
welke niet voorzien waren van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan,
en
- 1 flowerbed (productiejaar: 2006) (100 shots),
welke niet voorzien was van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan, en
* waarvan in strijd met artikel 6 lid 5 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 het brutogewicht 18 kilogram bedroeg,
en
- 10 vuurpijlen (Devil), en
- 49 stuks knalvuurwerk met lont (vlinder) (diameter:3 cm), en
- 10 stuks knalvuurwerk met lont (vlinder) (diameter: 2.8 cm), en
- 120 stuks knalvuurwerk met lont (Thumping Thunder),
welke niet voorzien waren van
* een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een hoeveelheid vuurwerk voorhanden gehad, welk vuurwerk niet voldeed aan de daaraan bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen. Door aldus te handelen heeft hij onverantwoorde risico's genomen en de gezondheid van mensen in gevaar gebracht.
Het hof houdt rekening met het feit dat verdachte, blijkens een uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister d.d. 9 februari 2009, vóór het plegen van de onderhavige feiten niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit en dat het niet de bedoeling van verdachte was het vuurwerk te verhandelen maar dat het vuurwerk enkel voor eigen gebruik was.
Gelet op het feit dat verdachte in een Wajong-traject zit, in het kader hiervan 40 uur per week werkt en het aannemelijk is dat een aanmerkelijke werkstraf, die op zich genomen is geïndiceerd, verdachte onevenredig zwaar zal vallen zal het hof verdachte, conform de vordering van de advocaat-generaal, een deels voorwaardelijke werkstraf opleggen.
Onttrekking aan het verkeer
Het door het hof aan het verkeer te onttrekken inbeslaggenomen vuurwerk is daarvoor vatbaar. Immers, met dat vuurwerk is het hiervoor bewezen verklaarde feit begaan en het is van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22d, 36b (oud) en 36c van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 24 (oud) van de Wet milieugevaarlijke stoffen en de artikelen 1.2.2 (oud) en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat een gedeelte van de werkstraf groot zestig uren, subsidiair dertig dagen vervangende hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
84 vuurpijlen, verpakt in plastic per 13 stuks;
49 vlinderbommen, verpakt in doosjes van 10 stuks;
120 nitraatbommen;
10 lawinepijlen, verpakt in dozen van 10 stuks;
1 sierpot, Phantom Schreecher 100 shots.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. W.F. van Zant en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.