ECLI:NL:GHLEE:2009:BI1406
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Streppel
- A. de Bock
- M. Verschuur
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en waardebepaling van een woning na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, betreft het een hoger beroep van een uitspraak van de rechtbank Groningen over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen twee ex-echtgenoten. De appellant, [appellant], en de geïntimeerde, [geïntimeerde], waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en hebben hun huwelijk ontbonden op 14 juni 2000. De woning die tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorde, werd getaxeerd op een waarde van ƒ 185.000,-- in 1999, maar er was ook een restschuld van € 57.856,98 op de hypothecaire leningen. De rechtbank had in een eerder vonnis bepaald dat [appellant] een bedrag van € 16.780,87 aan [geïntimeerde] moest betalen wegens overbedeling.
In hoger beroep stelde [appellant] dat dit bedrag ten onrechte was vastgesteld, omdat een deel van de kosten, € 3.949,--, door hem was betaald, maar ten laste van [geïntimeerde] kwam. Het hof oordeelde dat de rechtbank bij de berekening van het overbedelingsbedrag niet had gekeken naar dit betaalde bedrag. Het hof bevestigde dat partijen in 1999 overeenstemming hadden bereikt over de waarde van de woning en dat [geïntimeerde] aan deze overeenkomst gebonden was.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank voor zover het de betaling van € 16.780,87 betrof en bepaalde dat [appellant] nu € 12.831,87 aan [geïntimeerde] moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding van het huwelijk. De kosten van het hoger beroep werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het arrest werd uitgesproken op 31 maart 2009.