ECLI:NL:GHLEE:2009:BH9151
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.J.M. van den Bergh
- H.J. Deuring
- S.H. Wachter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van minderjarige verdachte voor vernieling van straatnaambord
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 31 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, een minderjarige, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk vernielen van een straatnaambord in de gemeente [gemeente] in de periode rond oud en nieuw 2007/2008. De kinderrechter had de verdachte een straf opgelegd en de benadeelde partij, de gemeente, was in de eerste aanleg tot schadevergoeding veroordeeld. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal primair gevorderd om de behandeling van de zaak aan te houden voor nader onderzoek, maar subsidiair om de verdachte vrij te spreken. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof overwoog dat de aangifte van de gemeente niet voldoende bewijs bood voor de tenlastelegging, aangezien er geen ondersteunend bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk het straatnaambord had beschadigd. De verklaring van de verdachte werd als aannemelijk beschouwd, en er was geen fotomateriaal of ander bewijs dat de aangifte van de gemeente ondersteunde.
Het hof heeft geconcludeerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. De kosten van het geding werden op nihil begroot. Het arrest benadrukt het belang van een voortvarende afdoening van zaken, vooral wanneer een minderjarige verdachte betrokken is. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging en werd de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.