ECLI:NL:GHLEE:2009:BH8116
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor meermalen overtreden van de Opiumwet met onvoorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1967 en ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en werd beschuldigd van het meermalen overtreden van artikel 2, onder B, van de Opiumwet. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf en had beslissingen genomen over inbeslaggenomen goederen. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van achttien maanden en verbeurdverklaring van een inbeslaggenomen geldbedrag, evenals teruggave van een gouden ketting aan de rechthebbende getuige.
Tijdens de zitting in hoger beroep werd het bewijs besproken, waarbij de verklaringen van getuige 2 ter discussie stonden. De raadsman van de verdachte betoogde dat deze verklaringen niet als wettig bewijs mochten worden toegelaten, omdat getuige 2 zijn eerdere verklaringen had ingetrokken. Het hof oordeelde echter dat de verklaringen van getuige 2 betrouwbaar waren, mede omdat deze op een later moment zijn eerdere verklaringen had bevestigd. Het hof verwierp het verweer van de raadsman en achtte de verdachte schuldig aan het dealen van harddrugs, wat schadelijk is voor de volksgezondheid.
Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De opgelegde straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werd het inbeslaggenomen geldbedrag verbeurd verklaard en werd de gouden ketting teruggegeven aan de rechthebbende.