ECLI:NL:GHLEE:2009:BH6982

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002212-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dam
  • A. Beswerda
  • M. Den Ottolander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor meermalen gepleegde diefstal uit een boot

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1972, was eerder veroordeeld voor meerdere misdrijven, waaronder diefstallen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden voor diefstal, gepleegd in juni 2008, waarbij de verdachte uit een boot een toilettas en een tas met inhoud had weggenomen. De verdachte heeft in hoger beroep zijn onvrede geuit over deze veroordeling.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd om de eerdere straf te bevestigen. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn eerdere veroordelingen, zich in een verbeterde situatie bevond. Hij was inmiddels als woningzoekende ingeschreven en gaf aan geen heroïne meer te gebruiken, maar alleen nog methadon. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de verdachte mogelijk op het punt stond zijn leven te beteren.

Gelet op de omstandigheden en de aard van de feiten heeft het hof besloten om in plaats van de gevangenisstraf een taakstraf op te leggen. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, met als alternatief 90 dagen hechtenis indien hij de werkstraf niet naar behoren verricht. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de werkstraf. De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is ondertekend door de griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002212-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-880254-08
Arrest van 20 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 augustus 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1972] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks het tijdvak omvattende 19 juni 2008 en 20 juni 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, van/uit een boot, (gelegen aan of bij de [straat], aldaar,) heeft weggenomen een toilettas (met inhoud) en/of een tas (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
hij in het tijdvak omvattende 19 juni 2008 en 20 juni 2008, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een boot gelegen aan de [straat], aldaar, heeft weggenomen een toilettas met inhoud en een tas met inhoud, toebehorende aan [benadeelde 1] of [benadeelde 2].
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft, terwijl hij nog maar enkele dagen op vrije voeten was, uit een boot een toilettas met inhoud weggenomen. Nadat hij de inhoud van die toilettas had bekeken en geconstateerd had dat er niets van zijn gading tussen zat, is hij teruggegaan naar die boot. Hij heeft toen uit die boot een tas met inhoud weggenomen. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 februari 2009 blijkt, dat verdachte vóór het plegen van de bewezen verklaarde feiten vele malen wegens het plegen van misdrijven is veroordeeld, waaronder vele (gekwalificeerde) diefstallen. Deze veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden de bewezen verklaarde feiten te begaan.
Op grond van het vorenstaande acht het hof de oplegging van de door de eerste rechter opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, welke straf eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, in beginsel gerechtvaardigd.
Tegenover het vorenstaande is echter het navolgende gebleken dan wel aannemelijk geworden.
Verdachte staat inmiddels als woningzoekende ingeschreven. Hij zegt geen heroïne meer te gebruiken en alleen nog methadon te gebruiken. Het lijkt erop dat verdachte een einde wenst te maken aan zijn zwervend bestaan en inziet dat hij andere wegen - ten goede - dient te bewandelen.
Al het vorenstaande leidt ertoe dat aan verdachte een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, zal worden opgelegd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van negentig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Dam, voorzitter, mr. Beswerda en mr. Den Ottolander, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Den Ottolander voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.