ECLI:NL:GHLEE:2009:BH6257
Gerechtshof Leeuwarden
- Raadkamer
- H.J. Deuring
- H.M. Poelman
- J.J. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang wegens onvindbaarheid veroordeelde na ontnemingsmaatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 13 maart 2009 een beschikking gegeven in een ontnemingszaak. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot betaling van een geldbedrag van € 1.061.225,10 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Na executie van de gelegde beslagen resteerde er een openstaande vordering van € 865.470,-. De veroordeelde heeft echter geen enkele betaling verricht en heeft niet gereageerd op aanschrijvingen van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Bovendien is de veroordeelde onvindbaar voor justitie, aangezien er geen adres meer bekend is.
De advocaat-generaal heeft verzocht om verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van drie jaren, op grond van artikel 577c van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft in de openbare raadkamer van 27 februari 2009 de advocaat-generaal gehoord en heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder de vordering. Het hof oordeelt dat, gezien de omstandigheden en het feit dat de veroordeelde niet heeft verzocht om vermindering of kwijtschelding van het verschuldigde bedrag, de vordering van de advocaat-generaal moet worden toegewezen.
Het hof verleent daarom verlof tot de tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van drie jaren. Dit besluit is genomen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de onvindbaarheid van de veroordeelde, die in staat wordt geacht de ontnemingsmaatregel te voldoen, maar dit niet heeft aangetoond. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.