ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5893
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- P. Koolschijn
- J.P. van Stempvoort
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijke overtreding van de Opiumwet met betrekking tot amfetamine
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor opzettelijke overtreding van artikel 2, onder C, van de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1979, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 4 gram amfetamine op 30 oktober 2007 in de gemeente [gemeente]. De politierechter in de rechtbank Assen had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen en had beslist over de in beslag genomen voorwerpen. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 60 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd verbeurdverklaring van de in beslag genomen spiegel en onttrekking van de bijl aan het verkeer gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft begaan. De verdachte is strafbaar verklaard, waarbij het hof geen strafuitsluitingsgronden aanwezig achtte. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit. De opgelegde straf bestaat uit een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken en een werkstraf van 60 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de werkstraf.
Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Leeuwarden, met mr. A.J. Rietveld als voorzitter, en mr. P. Koolschijn en mr. J.P. van Stempvoort als leden, in aanwezigheid van griffier mr. E. Hoekstra.