ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5885

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
12 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002636-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens overtreding van de Wegenverkeerswet 1994 met werkstraf en ontzegging rijbevoegdheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 12 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1948, werd beschuldigd van het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, in strijd met artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen en had beslist over het in beslag genomen voertuig. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte verklaard dat hij de verdachte ter terechtzitting verdedigt. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich op 31 maart 2003 schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde overtreding. Het hof achtte de verdachte strafbaar en heeft geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij ook een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte in overweging genomen, waaruit bleek dat hij eerder was veroordeeld voor soortgelijke overtredingen.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, met de bepaling dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis voor 20 dagen zal worden toegepast. De ontzegging van de rijbevoegdheid werd niet opgelegd, gezien de tijd die sinds het plegen van het feit was verstreken. Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, met de voorzitter en twee andere rechters, en is op 12 maart 2009 gepubliceerd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002636-07
Parketnummer eerste aanleg: 17-044108-03
Arrest van 12 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 28 november 2003 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1948] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. J.J. de Vries, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen en heeft omtrent het in beslag genomen voertuig beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden. Hij heeft voorts opgemerkt dat het in beslag genomen voertuig reeds is teruggegeven aan de eigenaar.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 maart 2003, te of bij [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B en/of C en/of D en/of E, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 31 maart 2003 bij [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 31 maart 2003 bij [plaats] schuldig gemaakt aan overtreding van de Wegenverkeerswet 1994 door een personenauto te besturen, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Verdachte heeft zich daar niets aan gelegen laten liggen en is desondanks gaan rijden.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte in mei 2003 onherroepelijk is veroordeeld ter zake van (onder meer) het meermalen overtreden van artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte is destijds onder meer een ontzegging van de rijbevoegdheid van 9 maanden opgelegd. Deze veroordeling heeft het hof niet in verzwarende zin laten meewegen in de thans op te leggen straf.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is een werkstraf van na te melden duur, zoals door de politierechter opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd, passend en geboden. Omdat aan verdachte kort na de pleegdatum van het onderhavige feit al een ontzegging van de rijbevoegdheid ter zake van overtreding van artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994 is opgelegd en er sinds het plegen van dit feit inmiddels bijna zes jaren zijn verstreken, zal het hof in dit geval geen ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d en 63 (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 (oud) en 176 (oud) van de Wegenverkeerswet 1994.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. A.J. Rietveld, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.P. van Stempvoort, in tegenwoordigheid van mr. E. Hoekstra als griffier, zijnde mr. Van Stempvoort voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.