ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5425

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
10 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000247-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in mishandelingszaak na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1971 en woonachtig te [woonplaats], was in eerste aanleg veroordeeld voor mishandeling van zijn vriendin, [slachtoffer], die op 6 juni 2007 zou zijn geslagen en/of gestompt, wat resulteerde in een gebroken onderkaak. De advocaat-generaal had in hoger beroep een werkstraf van twintig uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken geëist.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzet had op het toebrengen van pijn of letsel aan het slachtoffer. De verdachte had verklaard dat hij het beschonken slachtoffer slechts van zich afduwde om haar een stap opzij te laten doen, wat leidde tot haar val.

Gelet op deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde mishandeling. Het hof oordeelde dat de verdachte niet opzettelijk handelde en dat er geen bewijs was voor de beschuldiging van mishandeling. De uitspraak van het hof is definitief en de verdachte is vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000247-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-605961-07
Arrest van 10 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 28 januari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.F. Dirkzwager, advocaat te Meppel.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van twintig uren, subsidiair tien dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 juni 2007, althans in de periode van 1 juni 2007 tot en met 20 juni 2007, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend[slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of aangeduwd en/of ten val heeft gebracht, tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (gebroken (onder)kaak), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 6 juni 2007 zijn vriendin - [slachtoffer] - opzettelijk heeft mishandeld. Verdachte zou het slachtoffer hebben geslagen en/of gestompt en/of aangeduwd en/of ten val hebben gebracht, waardoor zij een gebroken (onder)kaak heeft bekomen.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende. Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzet had op het toebrengen van pijn of lichamelijk letsel. Verdachte wilde dat het - beschonken - slachtoffer een stap opzij zou doen en heeft haar daartoe van zich afgeduwd. Hierdoor raakte het slachtoffer uit balans en viel. Het hof heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte gedurende het incident de opzet heeft gehad op de mishandeling van het slachtoffer. Het hof zal de verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.