ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5251
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Hielkema
- S.H. Wachter
- M. Lolkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met voorwaardelijke werkstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van twee personen, [benadeelde 1] en [benadeelde 2], op 27 augustus 2007 in de gemeente [gemeente]. De politierechter had de verdachte een straf opgelegd en de vorderingen van de benadeelde partijen tot schadevergoeding behandeld. De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis, en dat de vordering van benadeelde partij [benadeelde 1] tot schadevergoeding zou worden toegewezen, terwijl de vordering van benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk zou worden verklaard. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en heeft deze gekwalificeerd als mishandeling.
De strafmotivering van het hof is gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met het voorlichtingsrapport van de reclassering, waaruit blijkt dat de verdachte in het verleden in aanraking is gekomen met justitie, maar dat hij uit het criminele circuit is gestapt. Gezien het onderliggende conflict tussen de verdachte en [benadeelde 1] en het feit dat de verdachte niet recentelijk voor strafbare feiten is veroordeeld, heeft het hof besloten om een voorwaardelijke werkstraf van 60 uren op te leggen.
De vorderingen van de benadeelde partijen zijn door het hof beoordeeld. De vordering van [benadeelde 1] tot schadevergoeding is afgewezen, omdat de gestelde kosten niet als schade door de bewezenverklaarde mishandeling kunnen worden aangemerkt. De vordering van [benadeelde 2] is niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. Het hof heeft de benadeelde partijen in de kosten van het geding veroordeeld, die zijn begroot op nihil. Het arrest is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met uitzondering van mr. Lolkema, die buiten staat was om te ondertekenen.